Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.
Eerste lezing Daniël 7,9-10.13-14
In mijn visioen zag ik dat er tronen werden geplaatst, en een hoogbejaarde zich neerzetten zijn gewaad was wit als sneeuw, en zijn hoofdhaar blank als wol. Zijn troon bestond uit vlammen, de wielen ervan uit laaiend vuur. Een stroom van vuur welde op, en vloeide voor hem uit. Duizendmaal duizenden dienden hem, en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor hem. Het gerechtshof zette zich neer, en de boeken werden geopend. In mijn nachtelijk visioen zag ik met wolken des hemels iemand aankomen die op een mens geleek. Hij ging naar de hoogbejaarde, en werd voor hem geleid. Toen werd hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volkeren, stammen en talen brachten hem hun hulde . Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat; zijn koninkrijk gaat nooit ten gronde.
Tweede lezing 2 Petrus 1,16-19
Dierbaren, toen wij u de macht en de komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, beriepen wij ons niet op vernuftig bedachte mythen maar wij spraken als ooggetuigen van Zijn luister. Want Hij heeft van God de Vader eer en verheerlijking ontvangen toen door de verheven Majesteit dit Woord tot Hem gerecht werd: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik mijn welbehagen heb’. En deze stem hebben wijzelf uit de hemel hoen klinken toen wij bij Hem waren op de heilige berg. Hierdoor kreeg voor ons het Woord van de profeten nog meer gezag.
Evangelielezing Mattheüs 17, 1-9
In die tijd man Jezus Petrus, Jakobus en diens broeder Johannes met zich mee en bracht hen boven op een hoge berg, waar zij alleen waren. Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: Zijn gelaat begon te stralen als de zon en Zijn kleed werd glanzend als het licht. Opeens verschenen hun Mozes en Elia, die zich met Hem onderhielden. Petrus nm het woord en zei tot Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als Gij wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia’. Nog had hij niet uitgesproken of een lichtende wolk overschaduwde hen en uit die wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luistert naar Hem’. Op het horen daarvan wierpen zich ter aarde neer, aangegrepen door een hevige vrees. Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: ‘Staat op en weest niet bang’. Toen zij de ogen opsloegen, zagen zij niemand dan alleen Jezus. Onder het afdalen van de berg gelastte Jezus hun: ‘Spreek met niemand over wat ge hebt aanschouwd, voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan’.
Het thema van deze zondag is: ‘Levensecht geloof’. Eem levensecht geloof is een geloof die naar het eeuwige leven voert. Het is een geloof reeds die vooraf gaat een de liefde voor God boven alles en voor de medemens, de naaste als voor zichzelf. Met God wordt natuurlijk de enige ware en bestaande God bedoeld, die alles wat bestaat heeft geschapen. Die God, die als Mens op Aarde heeft gewoond, nadat Hij zich omhuld had met een ziel en lichaam, als de Godmens Jezus Christus. Er is geen andere God dan alleen Hij! Alle andere goden zijn afgoden, die niet bestaan. Want alleen de ware God is Liefde en heeft nooit een begin gehad en zal ook nooit een einde kennen. Satan heeft het zover gekregen dat hij vele mensen heeft wijsgemaakt dat er helemaal geen God bestaat, maar Satan wordt niet voor niets de koning van de leugenaars genoemd en ook dit is een leugen. Want zou God niet bestaan, dan zou er helemaal niets bestaan. Alles wat bestaat, bestaat binnen de oneindige God en is door Hem alleen geschapen. Wat voor ons zichtbaar is en alles wat voor ons onzichtbaar is. God is Geest en heeft daarom als eerste een geestelijke wereld geschapen. Pas toen Lucifer, nu Satan genaamd, in opstand kwam tegen God en vele engelgeesten mee kon nemen in deze opstand, is vooraf bepaald en aan Lucifer en zijn aanhang gecommuniceerd, dat zij allen, als gevolg van deze opstand, in de materie gevangen zouden worden genomen. Zij bleven opstandig en als gevolg daarvan is alle materie ontstaan. God is reeds heel lang bezig om, de in de materie gevangen geesten, weer te bevrijden. En dat, overal in de materiële Schepping, door de wegen van mineralen, planten de dieren, om te eindigen in de mens, als laatste fase voordat er wordt teruggekeerd naar een volledig geestelijk leven. Op onze Aarde heeft God iets heel bijzonders gedaan; God heeft ons mensen volledig geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Lijken wij daarom ook lichamelijk op God? Qua gestalte, zoals alle mensen overal in de Schepping, wel. Maar vooral geestelijk. En dat omdat wij, mensen van deze Aarde, zijn voorbestemd om Gods kinderen te worden en te zijn. Maar, als gewezen gevallen geesten, zijn daaraan wel voorwaarden verbonden. Wij mogen ons aardse leven niet verknoeien, door misbruik te maken van onze absoluut vrije wil, door ons tegen Gods Wet te verzetten en onze eigen wegen te gaan. En wat is de Wet van God? Wel dat is de liefde, wat logisch is, omdat God Liefde is en Gods Liefde ook Zijn Leven is. Daarbij is die zonde, die de liefde in de mens volkomen kan vernietigen, ook de grootste zonde, welke Satan en zijn aanhang in de materie deed gevangen nemen. Deze zonde heet hoogmoed! Daar komen alle andere zonden uit voort. En zolang een mens nog een atoom grote hoogmoed in zijn ziel heeft, kan hij onmogelijk een kind van God worden, waartoe wij mensen allemaal geroepen zijn. Daarom vraagt God van ons om, in ons aardse leven, altijd te streven naar de liefde voor God en de naasten. Want liefde vernietigt de hoogmoed, want voor de oprechte eerlijke liefde voor God en de naasten, is eigen nederigheid, dus deemoed en zachtmoedigheid en geduld noodzakelijk, om tot de noodzakelijke barmhartigheid ten opzichte van alle medemensen te kunnen komen. Vandaar dat God in ons hart, waar de liefde haar woning heeft, een klein kamertje heeft ingericht, waar Hijzelf kan komen wonen. In dat kamertje is een deur die altijd open moet staan uit naastenliefde en drie openstaande vensters van deemoed, zachtmoedigheid en geduld. Heeft een mens totaal geen hoogmoed meer in zijn ziel en staan de deur en de vensters van dit kleine kamertje wijd open, dan kan een mens wedergeboren worden in de geest, welke elk mens van God heeft gekregen, om een kind van God te kunnen worden. Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Als een mens is wedergeboren, dan kan hij niet meer zondigen en kan, evenals Paulus, uitroepen: ‘niet ik leef, maar Christus in mij leeft!’. Bedenk wel: De liefde en daarmee het uitbannen van elk spoor van hoogmoed is de enige Weg naar het kindschap van God en daarmee ook de enige Weg naar de hoogste hemel, het hemelse Jeruzalem, waar alleen Gods kinderen wonen. Er is geen andere Weg. Jezus Christus is de Weg, de Waarheid en het Leven. En, omdat Hij in Zijn Geest God Zelf is, is de weg naar het kindschap van God Zijn Leer en Geboden van liefde te onderhouden, doen dus, de enige Weg naar het eeuwige geluk van het kindschap van God. Hij is de Mens die Daniël in zijn visioen zag aankomen. En aangezien Hij als Mens het zichtbare gedeelte van God is, werd Hem alle macht in de gehele Schepping gegeven, die eeuwig zal duren en nooit een einde zal kennen. In Zijn Geest, die volledig God is, blijft Hij de Koning der koningen, waar ook in de gehele oneindigheid. Dat Daniël in zijn visioen een hoogbejaarde man zag, betekent alleen dat God, die nooit een begin had en nooit een einde zal hebben, al oneindig oud moest zijn in de tijd van Daniël. Niet dat God aan kracht heeft ingeboet, want dat is onmogelijk. Petrus schreef terecht dat hij zich, bij zijn verkondiging van de Leer en Geboden van Jezus Christus – van God dus – zich niet beriep op mythen, die gewoonlijk door mensen zijn verzonnen, maar op de Waarheid vanuit God. Hij was immers ooggetuige van de grote gebeurtenis op deze hoge berg, waar Jezus Christus veranderde in Wat en Wie Hij is; namelijk in God Zelf. De profeten, die namens God gesproken hadden en vele van hen hadden over het Mens worden van God voorspellingen gedaan, kregen voor Petrus nog meer gezag, dan dat zij reeds hadden. En na de dood en verrijzenis van Jezus Christus, is God doorgegaan met het zenden van profeten, tot op vandaag aan toe. In het evangelie van vandaag is, tot in detail, een ooggetuige verslag gegeven, van deze grootste gebeurtenis, die geheim moest blijven tot na de verrijzenis van Jezus Christus. Immers, deze gebeurtenis was enkel aan drie apostelen gegeven, opdat ook zij niet in de war zouden komen door de offerdood van Jezus Christus, waarmee hij de zonde van Adam en Eva heeft weggenomen en de breuk tussen God en ons mensen heeft hersteld. Jezus Christus heeft, tijdens Zijn openbare leven op Aarde, er nooit een geheim van gemaakt dat Hij door de leiding van de joodse kerk zou worden vermoord en aan een kruis zou sterven. Maar ook niet dat Hij op de derde dag uit de dood zou herrijzen. Immers, God de enige Levende, die al het Leven Zelf is, kan onmogelijk in de dood gevangen blijven. Daarom moest Hij verrijzen, maar ook om twijfelaars te overtuigen dat Hij werkelijk God is en dat er geen andere god kan bestaan. Alle mensen, die oprecht geloven dat Jezus Christus God is, of minimaal dat Hij de Zoon van God is, en dat met daad en woord belijden, dus in daden en taal omzetten, zullen in het eeuwige leven komen en daarom ook hemelbewoners worden. Wellicht ook bewoners van de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen tegenkomen.
Amen.
Cor Huizer.