Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.
Eerste lezing 1 Koningen 19, 9a.11-13a
In die dagen kwam de profeet Elia bij de Horeb, de berg van God. Daar ging hij een grot binnen en overnachtte er. Maar de Heer zei tot hem: 'Ga naar buiten en treed aan voor de Heer op de berg'. Toen trok de Heer voorbij. Voor Hem uit ging een hevige storm, die bergen deed splijten en rotsen verbrijzelde. Maar de Heer was niet in de storm. Op de storm volgde een aardbeving. Maar ook in de aardbeving was de Heer niet. Op de aardbeving volgde vuur. Maar ook in het vuur was de Heer niet. Op het vuur volgde het suizen van een zachte bries. Zodra Elia dit hoorde, bedekte hij zijn gezicht met zijn mantel, ging naar buiten en bleef staan aan de ingang van de grot.
Tweede lezing Romeinen 9, 1-5
Broeders en zusters, ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet, mijn geweten waarborgt het mij in de heilige Geest: in mijn hart is grote droefheid en een pijn die niet ophoudt. Waarlijk, ik zou wensen zelf vervloekt en van Christus gescheiden te zijn als ik mijn broeders en stamverwanten daarmee kon helpen. Immers, zij zijn Israëlieten, hun behoort de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften; van hen zijn de aartsvaders, en uit hen komt de Christus voort naar het vlees, die, boven alles verheven, God is: de gezegende tot in de eeuwigheid! Amen.
Evangelielezing Mattheüs 14, 22-33
Na de broodvermenigvuldiging dwong Jezus zijn leerlingen de boot in te gaan en alvast naar de overkant te varen, terwijl Hij het volk naar huis zou zenden. Toen Hij het volk had weggezonden, ging Hij de berg op om in afzondering te bidden. De avond viel en Hij was daar alleen. De boot was reeds een heel eind uit de kust verwijderd en werd geteisterd door de golven, want zij hadden tegenwind. Tegen de morgen kwam Jezus te voet over het meer naar hen toe. Maar toen de leerlingen Hem zo over het meer zagen gaan, raakten zij van streek, omdat zij een spook meenden te zien en zij begonnen te schreeuwen van angst. Maar Jezus zei onmiddellijk tot hen: 'Weest gerust, Ik ben het. Vreest niet'. 'Heer, antwoordde Petrus, 'als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen'. Waarop Jezus sprak: 'Kom!'. Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang; hij begon te zinken en schreeuwde: 'Heer, red mij!'. Terstond stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast, terwijl Hij tot hem zei: 'Kleingelovige, waarom hebt ge getwijfeld?'. Nadat zij in de boot gestapt waren, ging de wind liggen. De inzittenden wierpen zich voor Hem neer en zeiden: 'Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God'.
Het thema van deze zondag is: ‘Durf te vertrouwen op God’. Durf te vertrouwen op God, want Hij is Liefde en wil geen enkel schepsel – dus ook geen enkel mens – kwaad doen. Weet u waarom kleine kinderen onvoorwaardelijk op hun ouders vertrouwen? De reden is dat zij ervan uitgaan dat hun ouders van hen houden en hen daarom nooit kwaad zullen doen. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor de hogere diersoorten, welke hun kroost verzorgen, zolang deze niet voor zichzelf kunnen zorgen. Vandaar dat kleine kinderen hun ouders absoluut vertrouwen, omdat zij voelen dat hun ouders liefde voor hen hebben, en wie liefde voor een ander heeft doet deze toch geen kwaad? Maar zowel de ouders van dieren als van mensen hebben ook veel eigenliefde. Bij dieren geldt dat God hen allen bestuurt, omdat zij allen onder de Almacht van God vallen. Maar mensen hebben een absoluut vrije wil en vallen niet onder Gods bestuur van Zijn Almacht, maar onder Gods bestuur van Zijn Liefde. Ook wij mensen, allemaal geroepen om een kind van God te worden en voor altijd te zijn, kunnen daarom volledig op God vertrouwen; immers net als bij kinderen, zal God geen mens kwaad willen doen. Het kwaad in de wereld komt van mensen – en duivels – die anderen, uit zelfzucht kwaad willen doen. Mensen kunnen vanuit zichzelf kwaadaardig zijn, maar ook door influisteringen van duivels hun aangeboren naastenliefde omzetten in daden van hoogmoed en zelfzucht. Daarom komt de aangeboren liefdesverwachtingen van kinderen, ten opzichte van hun ouders, soms bedrogen uit. Maar God is de Liefde Zelf! Wie op God durft te vertrouwen en daarom, net als kleine kinderen hun ouders gehoorzamen, Zijn Leer en Geboden onderhoudt, dus doet, kan onmogelijk bedrogen uit komen. God is tevens de enige Schepper van alles wat bestaat, waar ook in de gehele oneindigheid, zowel geestelijk als materieel, lichamelijk betreffende de levende wezens. Omdat God Geest is, heeft Hij allereerst een geestelijke wereld geschapen, de wereld van de engelen. Doordat Lucifer en zijn aanhangers tegen God in opstand kwamen, is als van tevoren vastgestelde gevolg, alle materie ontstaan. De hel heeft God niet geschapen, maar is ontstaan als gevolg van de slechte daden van duivels en mensen; want een oud spreekwoord zegt terecht: Soort zoekt soort! De hel is daarom ontstaan doordat gevallen engelen – duivels – en slechte mensen elkaar opzoeken, waardoor zij samenkomen in hun eigen gemaakte omgeving, die de hel is. Alle mensen, die op God vertrouwen en Zijn Leer en Geboden onderhouden, doen dus, doen hun best om niet alleen de hel te ontvluchten, maar om in de hemel te komen. Hun liefde voor God en hun medemensen, hun naasten, zorgt ervoor dat God hen helpt. Want God, die Liefde is, is heel gevoelig voor de liefde van Zijn schepselen en al helemaal voor ons mensen van deze Aarde, die geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis; wat betekent dat wij allemaal geschapen zijn om eens kinderen van God te worden en te zijn. Maar wel uit geheel vrije wil! Want wij mensen – de top van de materiële Schepping – moeten dan wel op God durven te vertrouwen, dat God bij ons aanvult wat wij mensen tekort hebben om ware kinderen van God te zijn. Daarom bestaat er een ander oud spreekwoord, dat geheel waar is: ‘De mens doet zijn best, God doet de rest’! Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Daarbij is de vaste wil om goed te doen, voor zover wij mensen dat kunnen, het halve werk. De andere helft is, voor zover wij kunnen, wat wij mensen voor goeds willen doen, ook in de praktijk te brengen, dus daadwerkelijk uit te voeren. Dat wij mensen daarbij fouten kunnen maken, niet omdat wij dat willen, maar vanwege ons onvermogen, onbegrip, dus niet goed begrijpen wat de gevolgen zijn van onze daden, kan gebeuren. Maar, zolang wij mensen bewust en doelgericht zoveel mogelijk de Wil van God doen, zal God aanvullen van wat wij mensen tekort komen, waarin wij mensen tekort schieten. Ook daar kunnen wij mensen gewoon op vertrouwen. Want God is niet alleen Liefde, maar ook Almachtig, daarom kan God altijd helpen om fouten, uit de best mogelijke bedoelingen gemaakt, te herstellen. Maar de menselijke wil moet dan wel het goede willen doen, volgens ons eigen inzicht. Ook zonden, begaan omdat wij dat als naastenliefde zagen, kunnen gemakkelijk vergeven worden; want de mens wist niet beter. Ja, alle zonden kunnen vergeven worden, als wij mensen daar God oprecht om vragen en met het voornemen deze zonden niet meer te begaan. Ook zonden, begaan door dwang, kunnen gemakkelijk worden vergeven, als niet alleen de dwang weg valt, of de zonde niet vrijwillig wordt herhaald. Dwang komt meestal voort uit de hoogmoed van mensen, die andere mensen kwaad doen omdat zij denken dat zij het recht hebben omdat zij hoger zijn dan de mensen die zij kwaad doen. Rijke en machtige mensen denken vaak dat zij alle echt hebben hun medemensen allerlei kwaad te doen, omdat in hun waandenkbeeld zich boven hun naasten/medemensen hebben geplaatst. Dit is van alle tijden; toen door rijke zogenaamde adellijke personen, die de wereld bestuurden, nu door de super miljardairs, die zich et recht voorbehouden om een deel van de wereldbevolking te vermoorden en de rest te onderdrukken, omdat zij zich zo machtig wanen, dat niemand hen kan tegenhouden. Behalve God dan, maar daar wordt niet meer in geloofd. Kijk, Gods profeet Elia moest vluchten, omdat hij de Baäl priesters had ontmaskert als bedriegers. Daarna werd hij vervolgd en hij vluchtte naar de Horeb. Maar God liet hem weten dat Hij buiten de grot, waar Elia in sliep, voorbij zou gaan. Maar in een storm, aardbeving of vuur was God niet. God was wel in het zachte suizen van een zachte bries. De reden is eigenlijk eenvoudig. God komt niet met geweld, maar met liefde naar Zijn kinderen toe. En met Paulus zeg ik u: Ik lieg niet, maar ik spreek de Waarheid in Christus Jezus, die God is. Mijn geweten is zuiver, want ik vertel u elke week de Waarheid vanuit God, welke de heilige Geest mij te vertolken geeft. Of u mij wilt geloven of niet, dat is geheel uw zaak. Ik doe wat God wil met deze uitleggingen en u kunt mij geloven, maar u kunt mijn uitleggingen ook afwijzen, geheel zoals u dat zelf wil. Mij bedroeft het alleen bij afwijzing dat u de kans, om in God te gaan geloven en mogelijk Zijn kind te worden, laat liggen en liever Satan wil volgen dan God; want dan kunt u niet gered worden voor het Rijk van God, maar sluit u zichzelf buiten. En dat is heel erg, maar u doet dit uzelf aan, als u weigert God te vertrouwen en te volgen in Zijn Leer en Geboden. Kijk, zelfs Jezus Christus had, toen Hij op Aarde leefde, het zo nu en dan nodig, om met God, die in Zijn Geest leefde in Hem, te praten, wat bidden eigenlijk is. Niet voorgeschreven gebeden en/of rituelen, maar gewoon gebeden uit de eigen hart, om met onze Vader, die God is, in gesprek te gaan. Dat is voor ieder mens weggelegd; God is altijd thuis en heeft altijd voor elk mens ook tijd. Wij mensen moeten ons wel bij Hem melden. Na dit gebed liep Jezus naar Zijn leerlingen toe over het water. Hoe kan een mens over water lopen? Wij mensen kunnen dat allemaal, als het oppervlakte van het water met een dikke ijslaag bedekt is. Maar Jezus Christus was en is niet alleen Mens, maar ook God. En als God wil dat vloeibaar water Hem draagt, dan gebeurt dat gewoon; want aan God moet alles gehoorzamen. Zijn leerlingen werden echter bang en Petrus, die eerst in vertrouwen gevraagd had naar Hem toe te komen, werd nog voordat hij Jezus bereikt had, ook weer bang en zonk in het water. Hij had nog niet begrepen dat angst een zeer slechte raadgever is en dat bij God niemand bang hoeft te zijn, voor helemaal niets. Pas toen Jezus in de bood was gegaan, ging de wind liggen en de inzittenden knielden voor Hem neer en zeiden: 'Waarlijk, Gij zijt de Zoon van God'. Naar lichaam en ziel is Jezus Christus inderdaad de Zoon van God en zal het altijd blijven, maar in Zijn Geest is Hij volledig God en de enige God die bestaat. Wie in Hem gelooft en Zijn Wil doet, die zal eens een hemelbewoner worden. Wellicht ook een bewoner van de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen tegenkomen.
Amen.
Cor Huizer.