Religie

Schriftuitleg van zondag 17 september 2023.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:


Eerste lezing Jezus Sirach 27,30 - 28,7

Wrok en gramschap zijn iets afschuwelijks, alleen een zondaar blijft ermee lopen. Wie wraak neemt, zal de wraak van de Heer voelen: de Heer zal zijn zonden nooit uit het oog verliezen. Vergeef uw naaste zijn onrecht: dan worden, wanneer gij erom bidt, uw eigen zonden kwijtgescholden. Kan een mens die tegenover een medemens in zijn gramschap volhardt bij de Heer zijn heil komen zoeken? Kan hij, die onverbiddelijk is voor zijn evenmens, om vergeving bidden voor zijn eigen zonden? Als iemand, die zelf maar een mens is, in zijn wrok volhardt, wie zal dan verzoening bewerken voor zijn zonden? Denk aan het einde en houd op met haten; denk aan de ondergang en de dood en houd u aan de geboden. Denk aan de geboden en koester geen wrok tegen uw naaste. Denk aan het verbond van de Allerhoogste en vergeef uw naaste zijn dwaling.


Tweede lezing Romeinen 14, 7-9

Broeders en zusters, niemand van ons leeft voor zichzelf alleen, niemand sterft voor zich alleen. Zolang wij leven, leven wij voor de Heer , en sterven wij, dan sterven wij voor de Heer: of wij leven of sterven, Hem behoren wij toe. Daarvoor is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden  en levenden.


Evangelielezing Mattheüs 18, 21-35

In die tijd kwam Petrus naar Jezus toe en sprak: ‘Heer, als mijn broeder tegen mij misdoet, hoe dikwijls moet ik hem vergeven? Tot zeven maal toe?’. Jezus antwoordde hem: ‘Neen, zeg Ik u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal. Daarom gelijkt het Rijk der hemelen op een koning die rekening en verantwoording wilde vragen aan zijn dienaren. Toen hij hiermee begon, bracht men iemand bij hem die tienduizend talenten schuldig was. Daar hij niets had om mee te betalen, gaf de heer het bevel hem te verkopen met vrouw en kinderen en al wat hij bezat om zo de schuld te vereffenen. Maar de dienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. De heer kreeg medelijden met die dienaar, liet hem gaan en schold hem de geleende som kwijt. Maar toen de dienaar buiten kwam, trof hij daar een andere dienaar die hem honderd denariën schuldig was; hij greep hem bij de keel en zei: Betaal wat je schuldig bent. De andere dienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: Heb geduld met mij en ik zal u betalen. Maar hij weigerde en liet hem zelfs in de gevangenis zetten, totdat hij zijn schuld betaald zou hebben. Toen de overige dienaars zagen wat er gebeurd was, waren zij diep verontwaardigd en gingen hun heer alles vertellen. Daarop liet de heer de dienaar roepen en sprak: Jij, lelijke knecht, heel de schuld heb ik je kwijtgescholden omdat je mij erom gesmeekt hebt. Had jij dan ook geen medelijden moeten hebben met je mededienaar, zoals ik met jou medelijden heb gehad? En in toorn ontstoken, leverde de heer hem over aan de beulen, totdat hij zijn hele schuld betaald zou hebben. Zo zal ook Mijn hemelse Vader met ieder van u handelen die niet zijn broeder van harte vergiffenis schenkt’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘En vergeef ons onze schulden’.  In het gebed, welke God in Jezus Christus ons mensen heeft gegeven, staat: ‘En vergeef ons onze schulden’, maar er direct aan toegevoegd: ‘zoals wij aan anderen hun schuld vergeven’. Want hoe kan God ons onze schulden vergeven, als wij zelf zo hard en onverbiddelijk zijn om andere mensen hun schulden aan onszelf niet willen vergeven? Immers, onze medemensen, die onze naasten zijn, zijn niet meer, maar ook niet minder, dan dat wij zelf zijn. Wij mensen zijn allemaal geroepen om een kind van God te worden en te zijn. Maar om een kind van God te zijn zullen wij dan ook op Hem moeten gaan gelijken. Gods Barmhartigheid en vergevingsgezindheid  zijn oneindig. Moeten wij dan ook niet, als wij een belediging te horen krijgen of een nadeel hebben opgelopen, ook niet de mens, die ons dit heeft aangedaan, van harte dienen te vergeven? Want ook wij maken, ieder voor zich, fouten en hebben onze gebreken en tekortschietingen. Indien wij dan niet zelf barmhartig kunnen zijn, ten opzichte van onze medemensen, hoe kunnen wij dan wel van God verwachten dat Hij óns barmhartig zal zijn? Hij immers, God in Jezus Christus, heeft ons mensen geleerd dat de twee hoofdgeboden van God, die geheel Zijn Leer en Geboden omvat zijn: Heb God lief boven alles en uw medemensen, uw naasten lief zoals u uzelf lief heeft. En deze twee Geboden zijn gelijkwaardig aan elkaar. Daarom, als wij zelf onverzoenlijk zijn ten opzichte van onze naasten, hoe kunnen wij dan van God verwachten dat Hij ons geheel barmhartig zal zijn? Wij geven dan immers totaal geen gevolg aan het tweede deel van deze twee zeer belangrijke Geboden? Integendeel; wij hebben geen liefde voor onze naasten, maar het onvermijdelijke gevolg daarvan is dat wij ook geen ware liefde voor God hebben. Wij willen wel van God al Zijn Barmhartigheid en alle genaden, maar wij weigeren Hem – en onze naasten – er iets voor terug te geven. En deze éénrichtingverkeer van God naar ons mensen, terwijl wij zelf alleen maar willen profiteren van Gods Goedheid, gaat echter niet op. Ja, ook alle duivels in de hel willen wel Gods Barmhartigheid en Genade, maar willen wel doorgaan met het tegenstreven van God in Zijn Leer en Geboden. En daarom mogen zij het zelf uitzoeken, zolang zij zich niet oprecht willen bekeren. En zo is het ook met ons mensen hier op Aarde! Ons leven is geheel afhankelijk van onze eigen vrije wil. Willen wij ons eigen leven leiden zonder God, dan is ons dat toegestaan; maar de gevolgen zijn wel voor onszelf. Willen wij de Leer en Geboden van God onderhouden, dus doen, dan krijgen wij van God heel veel er voor terug; namelijk Zijn hulp indien nodig en het eeuwige leven in en bij God. En nee, geen grote aardse rijkdom, wel vrede in het hart. God is Geest en wil dat wij mensen, tijdelijk in de materie levend, ook geestelijk worden. Reeds hier op Aarde door te doen wat God van ons wil; maar zeker in de gehele oneindigheid van het hiernamaals. Kinderen van God willen op hun Vader in de hemel gaan lijken. En dat volgens het voorbeeld dat Jezus Christus, die God is, ons op Aarde heeft voorgeleefd. Hij immers was, en is, nederig en zachtmoedig van hart. Zijn hele Persoon is Liefde en met Liefde leidt Hij ons. Maar dan moeten wij ons wel door Hem láten leiden en ons niet verzetten tegen wat Hij van ons wil: Liefde voor God boven alles en liefde voor onze naasten, zoveel als dat wij liefde hebben voor onszelf. Daarom niet ons egoïsme en zogenaamd eigen belang volgen – wat gezien in de oneindigheid helemaal geen eigenbelang is, omdat deze eerder naar de hel voert, dan naar de hemel – maar Gods Leer en Geboden onderhouden, dus doen. Want die voert, zowel hier op Aarde als in het oneindige hiernamaals naar innerlijk geluk en innerlijke vreugde. Niet de vreugde van luidruchtige feestjes, die hooguit een kater veroorzaken. Maar de vreugde van een vervuld leven, die innerlijk is en blij maakt, niet alleen iedereen zichzelf, maar ook andere mensen, die er voor open staan. En zie, de lezingen van vandaag gaan over het nut van vergeving. Jezus Sirach gaf dit al aan. Want inderdaad zijn wrok, haat en gramschap iets afschuwelijks, want het bederft het leven van die mensen die daar mee blijven lopen. Het maakt van hen bittere mensen, die geen vreugde meer beleven en alleen in hun fantasie denken dat zij gelukkig zouden worden, indien zij maar wraak konden nemen. Maar zij verknoeien met deze fantasie hun eigen leven, omdat wraak nemen, zelfs als dit zou lukken, nog meer bitterheid teweeg brengt. Vergeving brengt lucht in het eigen leven, want dan kan men de beleefde narigheid van zich af zetten en verder gaan in het leven, ook in het eeuwige leven. En ja, vergeving aan mensen voor wat zij u vaak jarenlang hebben aangedaan is heel moeilijk. Maar wil het en vraag God om u hierbij te helpen en dan zal het u lukken. En dan valt er een zware, psychische, last van u af en bent u vrij, niet alleen van wrok, haat en gramschap, maar om uw leven te richten op wat wel waardevol in het leven is en u gelukkig kan maken. Het leven gaat verder, de open geestelijke wond is geheeld en daar blijft hooguit een litteken van over, maar die zal na verloop van tijd ook geen pijn meer doen. Wij mensen leven niet voor onszelf. Volgens Paulus – en daarin heft hij gelijk – leven wij voor God, onze Heer. God is echter Liefde. Als wij dan voor God in Jezus Christus leven, laten wij dan ook in liefde leven met onze medemensen, onze naasten. En hen daarom, alles wat zij ons aan doen, niet zeven maal, maar zeventig maal zeven maal vergeven. En, raken wij daarbij de tel kwijt, ga dan rustig door met vergeven. Dat doet God ook! En God raakt nooit te tel kwijt, maar Zijn Barmhartigheid is oneindig. Leer  uit dit evangelie van vandaag wel, dat wanneer wij God om vergeving vragen voor onze vaak grote zonden, wij dan ook onze medemensen, onze naasten, dienen te vergeven voor het vaak kleine, wat zij ons zelf hebben aangedaan. Anders raken wij zelf de vergeving van onze eigen grote zonden ook kwijt. Want God wil ieder mens vergeven, maar wel in de mate waarin wij zelf ook een ander mens willen vergeven. En, ten opzichte van God hebben wij, bijna, allemaal een veel grotere schuld bij God, dan dat medemensen, naasten, die bij ons hebben. Bij de heilige Mis, die ik dit weekend heb bijgewoond, maakte de pastoor de vergelijking van 10.000 talenten en honderd denariën in Euro’s duidelijk; de tienduizend talenten voor een bedrag van meerdere miljarden Euro’s en de 100 denariën voor een bedrag van 20 Euro. En zo is ook het verschil van wat wij aan God schuldig zijn en aan elkaar. Daarom laten wij mensen elkaar vergeven, dan worden wij rijp om, na ons lichamelijke leven, een hemel te gaan bewonen. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij vanaf heden dan ook leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen tegenkomen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2023
Ontwerp en hosting Maartens automatisering