Religie

Schriftuitleg van zondag 28 juli 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing 2 Koningen 4, 42-44

In die dagen kwam er iemand uit Baäl-Salisa. In zijn tas bracht hij voor de man Gods als eerstelingen twintig ger­stebroden en wat vers koren mee. Elisa zei: 'Geef dit te eten aan de mannen'. Zijn dienaar antwoordde: 'Hoe kan ik dat nu voorzetten aan honderd man?'. Maar hij herhaal­de: 'Geef het aan de mannen te eten. Want zo spreekt de Heer: Zij zullen eten en overhouden'. Nu zette hij het de mannen voor. Zij aten, en hielden nog over, zoals de Heer gezegd had.


Tweede lezing Efeziërs 4, 1-6

Broeders en zusters, ik, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roe­ping die gij van God ontvangen hebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankrnoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot één en de zelfde hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één doop. Eén God, en Vader van allen, die is boven allen, en met allen, en in allen.


Evangelielezing Johannes 6, 1-15

In die tijd begaf Jezus zich naar de overkant van het meer van Galilea, bij Tiberias. Een grote menigte volgde Hem omdat zij tekenen zagen die Hij aan de zieken deed. Jezus ging de berg op en zette zich daar met zijn leerlingen neer. Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden. Toen Jezus zijn ogen opsloeg en zag dat er een grote menigte naar Hem toekwam, vroeg Hij aan Filippus: 'Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten?'. - Dit zeide Hij om hen op de proef te stellen, want zelf wist Hij wel wat Hij ging doen. - Filippus antwoordde Hem: 'Wil ieder ook maar een klein stukje krijgen dan is voor tweehonderd denariën brood nog te weinig'. Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, merkte op: 'Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo'n aantal?'. Jezus echter zei: 'Laat de mensen gaan zitten'. Er was daar namelijk veel gras. Zij gingen dan zitten; het aantal mannen bedroeg ongeveer vijfduizend. Toen nam Jezus de broden en na het dankge­bed gesproken te hebben liet Hij ze uitdelen onder de mensen die daar zaten, alsmede de vissen, zoveel men maar wilde. Toen ze verzadigd waren, zei Hij tot zijn leer­lingen: 'Haalt nu de overgebleven brokken op om niets verloren te laten gaan'. Zij haalden ze op en vulden van de vijf gerstebroden twaalf manden met brokken, welke door de mensen na het eten overgelaten waren. Toen de men­sen het teken zagen dat Hij had gedaan, zeiden ze: 'Dit is stellig de profeet die in de wereld moet komen'. Daar Jezus begreep dat zij zich van Hem meester wilden maken om Hem mee te voeren en tot koning uit te roepen, trok Hij zich weer in het gebergte terug, geheel alleen.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘De gunstige tijd’. Elke tijd is de gunstige tijd om naar God te komen. Immers God heeft ons mensen van deze Aarde geschapen om Zijn kinderen te worden uit eigen vrije wil. Nu dan, als wij daarvoor zijn geschapen, wat zou ons dan kunnen beletten om deze hoge roeping ook te volgen? Dat kan ook Satan niet tegenhouden! Alleen onze eigen dwaze en dwarse eigenwijsheid, die denkt dat een mens beter af is zonder God in Jezus Christus, dan met onze hemelse Vader. Maar dat is een waanvoorstelling en staat ver af van de waarheid. Want zie, zoals een klein kind voor alles afhankelijk is van zijn ouders, zo zijn alle mensen voor alles afhankelijk van God. Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Want geen mens – en trouwens ook geen dier – kan geboren worden, zonder dat God de bevruchte eicel van de moeder voorzien heeft van een ziel, die wil of moet incarneren. Vervolgens draagt de mensenmoeder haar kind negen maanden onder haar hart, alvorens het kind geboren wordt. Daarna is elk kind volledig afhankelijk van de zorg, die zijn moeder, of andere volwassen mensen, hem verlenen. De moeder geeft haar kind alles wat hij nodig heeft, inclusief zijn voeding vanuit haar lichaam, haar borsten. Het opgroeiende kind blijft – alhoewel hij steeds meer vaardigheden verwerft, gedurende ongeveer twintig jaar afhankelijk van zijn ouders. En waar halen de ouders de middelen vandaan om zichzelf en hun kind, kinderen, te verzorgen? Vanuit de voorzieningen, die God hen geeft! Want, zonder Gods voorzienigheid kan er geen voedsel verbouwd worden, zijn er geen dieren waarvan dierlijke producten gedronken en gegeten kunnen worden – zoals melk, kaas, eieren, vlees enzovoorts – en is er helemaal niets om zich mee te kleden, warm en droog te wonen. Alles wat mensen gebruiken en verbruiken komt, uiteindelijk van God, die onze Vader is. Het trieste is dat zoveel mensen zo blind voor de werkelijkheid zijn, dat zij denken God helemaal niet nodig te hebben. Ja, die met Satan en alle duivels, God bespotten en doorlopend beledigen; terwijl zij zonder God het nog niet een onderdeel van een seconde in leven zouden kunnen blijven. Want, of wij adem kunnen blijven halen in ons sterfelijke materiële lichaam, ligt ook alleen aan God. En ja, alle materiële leven zijn ofwel planten, ofwel dieren; want ook ons menselijk lichaam is dierlijk. Maar alleen de mens is voorzien van een ziel, die onsterfelijk is en van een geest die nog onsterfelijker is. Planten en dieren hebben ook een ziel, maar die zielen worden, na hun dood, samengevoegd tot hogere soorten, of tot de ziel van een mens. Bij de mens eindigt, in principe, de materiële wedergeboorte tot een hogere soort; want de mens is de hoogste materiële soort.. Ik schreef in principe, want de ziel van een mens kan wedergeboren worden, indien hij zijn leven verknoeid heeft, maar in het hiernamaals tot besef daarvan gekomen, God smeekt om een herkansing, door nogmaals een mens te worden op Aarde. Ook engelen in de hemel kunnen, op verzoek van God of van henzelf, mens worden op Aarde; dan is enkel hun aardse lichaam uit de Aarde voort gekomen, maar niet hun ziel. God Zelf, die op onze Aarde heeft geleefd als de Mens Jezus Christus, is een ander verhaal. God is Zelf pure Geest, die alles wat verder bestaat uit Zichzelf heeft geschapen, maar die vóór de geboorte van Jezus Christus onzichtbaar was voor al Zijn schepselen, materieel en geestelijk. Vandaar dat er bij Mozes sprake was dat niemand God kan zien en in leven blijven; want de Geest Gods is oneindig in alle opzichten. Omdat voor de geboorte van Jezus Christus – die Mens was, met als inwonende Geest de volheid van God en na Zijn dood op een kruis voorgoed de volheid van God als Zijn Geest heeft, waardoor Hij nu de enige ware en levende God is – de mensheid volledig verloren dreigde te lopen, net als nu, is God als Mens op Aarde gekomen. Engelen hebben een ziel, anders had Satan en zijn volgelingen ook niet in de materie gevangen konden worden genomen. God had echter geen ziel Daarom heeft voor Zichzelf, niet alleen een lichaam, maar ook een ziel geschapen. En die geschapen ziel is Mens geworden uit de  Maagd Maria! Maria zelf overigens was waarschijnlijk een zeer hoge engel, die op verzoek van God mens is geworden, om op onze Aarde de moeder van God te worden. Want, omdat Jezus Christus, vanaf de moederschoot, reeds de volheid van God als Zijn Geest had, is Jezus Christus de Mens geworden God en is nu volledig God, omdat God onlosmakelijk voor alle toekomstige tijden, zonder einde, met Hem verbonden is. En voor God is natuurlijk helemaal niets onmogelijk! Daarom kon de profeet Elisa ook honderd hongerige mannen te eten geven van slechts twintig gerstebroden. God had aan Zijn profeet laten weten dat dit genoeg was en zijn mannen zelfs over zouden houden. En zo geschiede! Zoals ook de profeet Elia een weduwe, tijdens een gehele hongersnood, te eten mocht geven van een beetje meel en een beetje olie. En zoals God in Jezus Christus ook Zijn gelovige navolgers te eten zal geven, tijdens de hongersnood, die zal uitbreken na de Derde Wereldoorlog. Het is een kwestie van geloof en vertrouwen op God, die geen enkele grens heeft in wat Hij kan doen! Maar wij mensen moeten dan wel doen, wat Paulus de Efeziërs aanraadde. Namelijk een leven leiden, die beantwoordt aan de roeping van elke mens vanuit God, in alle deemoed en zachtheid, lankmoedigheid en liefdevol elkaar verdragend. En natuurlijk op God vertrouwen! Want er is slechts één God, één Vader van allen, die is boven allen, met allen en in allen. Dat God zorgt voor ons allen, bewees ook Jezus Christus, toen Hij op een berg vijfduizend mannen – plus vrouwen en kinderen – met slechts vijf gerstebroden en twee vissen te eten gaf. En na het eten werden nog, van de gerstebroden, twaalf korven met overgebleven brokken opgehaald. Deze twaalf korven symboliseren de twaalf Geboden van God, die wij mensen niet nakomen. Namelijk de Tien Geboden, welke God aan Mozes had gegeven en de twee liefdes Geboden, die Jezus Christus ons mensen heeft gegeven. De twee laatste Geboden vatten de Tien Geboden samen; namelijk God lief hebben boven alles en de medemensen, de naasten, lief hebben als zichzelf. Wie deze twaalf Geboden wel onderhoudt, dus doet, die zal, nadat het aardse leven voorbij is, een hemel binnen gaan. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering