Religie

Schriftuitleg van zondag 21 april 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Handelingen 4, 8-12

In die tijd sprak Petrus, vervuld van de heilige Geest: ‘Overheden van het volk en oudsten! Indien wij vandaag ter verantwoording geroepen worden voor een weldaad, aan een gebrekkige bewezen, waardoor deze genezen is, dan zij het u allen en het gehele volk van Israël bekend dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazareeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God uit de doden heeft doen opstaan - dat door die Naam deze man hier gezond voor u staat. Hij is de Steen die door u, de bouwlieden, niets waard werd geacht, en toch tot hoeksteen geworden is. Bij niemand anders is dan ook de redding te vinden, en geen andere Naam onder de hemel is aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden’.


Tweede lezing 1 Johannes 3,1-2

Vrienden, hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft! Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook. De wereld begrijpt ons niet en ze kent ons niet, omdat zij Hem niet heeft erkend. Vrienden, nu reeds zijn wij kinderen van God en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer het geopenbaard wordt, wij aan Hem gelijk zullen zijn omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is.


Evangelielezing Johannes 10, 11-18

In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: ‘Ik ben de Goede Herder. De Goede Herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de Goede Herder. Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef Mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen die niet uit deze schaapsstal zijn. Ook die moet Ik leiden en zij zullen naar Mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één Herder. Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef om het later weer terug te nemen. Niemand neemt Mij het af, maar Ik geef het uit Mijzelf. Macht heb Ik om het te geven en macht om het terug te nemen: dat is de opdracht die Ik van mijn Vader heb ontvangen’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Je leven afleggen’. Je leven op Aarde afleggen moeten wij mensen, hier op Aarde, allemaal, vroeg of laat. Het is alleen de vraag hoe en onder welke voorwaarden. Kijk, een aards leven is altijd eindig, ongeacht hoe oud een aards mens mag en kan worden, maar daarna begint het eeuwige, onverwoestbare, eeuwige leven. Althans, als een mens zichzelf, uit eigen vrije wil, zijn geestelijke leven niet heeft gedood. Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. God heeft ieder van ons weliswaar een oneindig geestelijk leven geschonken, maar ook een vrije wil. Daarmee mogen wij zelf kiezen of wij eeuwig willen leven in Gods Rijk, of dat wij voor een leven zonder liefde voor God en onze medemensen, onze naasten kiezen, die naar de geestelijke dood en daarmee naar de hel leidt. Want zie, omdat God Liefde is – en deze Liefde van God ook Zijn Leven is – is leven en liefde eigenlijk precies hetzelfde. Wie zijn liefde verkleint en vernauwt naar enkel eigenliefde, die is bezig zijn geestelijke leven te verwoesten. Inderdaad zal zijn lichamelijke leven doorgaan, tot aan de tijd dat God bepaald heeft dat het genoeg is geweest en hij zijn lichaam moet verlaten. Daarna blijft de ziel voortbestaan,  maar wel daar waar zijn vrije wil hem naartoe trekt. En, voor de geestelijk doden, is dat de hel! Want daar vind hij mensenzielen – en duivels, die nooit een lichaam hebben gehad – die hetzelfde denken en doen als hijzelf. En soort trekt nu eenmaal soort aan. Mensenzielen, die niet zeer slacht en ook niet goed zijn, maar lauw en die het eigenlijk niets uitmaakt of zij in de hoogste hemel of in de diepste hel verblijven, die treffen een nog erger lot, volgens mij dan. Want die mensen zijn zelfs door God niet te redden, omdat zij elke redding afwijzen. Om hun ziel toch te behouden, wordt hun huidige ziel in de kleinste deeltjes uiteengerafeld en op een andere planeet opnieuw, via de wegen van mineralen, planten, dieren, mens te worden. Alleen hun inwonende geest blijft achter en op die ander planeet krijgen zij ook geheel geen inwonende geest meer. En daarmee is de weg naar het kindschap van God voorgoed voor die mensenzielen afgesloten; zij kunnen wel zalig worden, maar als schepselen, niet als kinderen van God. Mensen, die  in de hel blijven, kunnen – vaak na verloop van vele aardse eeuwen – in een lagere hemel worden opgenomen, omdat de sporen van hun helse leven nooit geheel zullen verdwijnen. Het is maar zelden dat helbewoners in de hoogste hemel – waar God met Zijn kinderen verblijft, die het hemelse Jeruzalem wordt genoemd – kunnen worden opgenomen, omdat zij wel alle sporen van de hel zijn kwijtgeraakt. Maar dat zijn mensen die meestal kortstondig in de hel hebben gezeten en God al snel om hulp hebben gesmeekt om uit de hel bevrijd te worden en daarna, via een lange weg door het Vagevuur, uiteindelijk toch Gods kind kunnen worden. Daarom is het voor ieder mens, ten behoeve van zijn oneindige toekomst in het hiernamaals, noodzakelijk om reeds in zijn aardse leven de Leer en de Geboden van God zo eigen te maken, dat hij die als vanzelfsprekend ook gaat doen. En de volledige Leer en Geboden van God zijn ook volledig gebaseerd op de liefde, omdat God Liefde is. Dat wil zeggen de liefde voor anderen, de grote Ander, die God is en de andere mensen, de naasten. Het verzamelen van zoveel mogelijk aardse rijkdom is eigenlijk zinloos. Want ja, wie aards rijk is, kan op Aarde een mooi en onbezorgd leven leiden. Maar als aardse rijkdom niet wordt gebruikt, zoals God die bedoeld heeft, namelijk als middel om andere mensen in nood te helpen, maar enkel voor zichzelf wordt gebruikt, dan is deze aardse rijkdom, geestelijk, dodelijk. Want zie, het enige wat een mens op Aarde naar het hiernamaals mee kan en mag nemen zijn de daden in Gods Leer en Geboden, dus de daden uit liefde, die andere mensen helpen. Daden uit zelfzucht en eigenbelang helpen andere mensen niet. En die daden worden niet meegenomen naar het hiernamaals. Wie daarom geen daden van liefde voor God en de naasten heeft gedaan in zijn aardse leven, die komt  volledig berooid aan in het hiernamaals. Alles wat alleen aards was van bezittingen en kennis, is van geen waarde – en wordt ook niet van de Aarde meegenomen -  in het hiernamaals. Daar geldt maar één ‘valuta’, en dat is de liefde. Daarom zijn er zoveel  zeer arme zielen in de hel; want daar is zelfs het kleinste spoor van liefde afwezig, daarom is er daar geen leven en hebben de duivels helemaal niets, behalve een grote hoogmoed, zelfoverschatting en heerszucht, wat alle duivels in de hel hebben. Daarom, leg als de tijd is gekomen, wel het aardse leven af, maar waak ervoor dat, reeds op Aarde, het geestelijke leven niet is afgelegd. Roep niet mensen, die goed doen aan hun medemensen, hun naasten, ter verantwoording, zoals Petrus ter verantwoording werd geroepen, omdat hij, in de Naam van Jezus Christus, een gebrekkige had genezen. Maar verheugt u op de wonderdaden, die God ook heden nog onder ons mensen verricht. Wonderdaden die, hoewel niet zo opvallend als de genezing van deze gebrekkige man, maar toch wonderen die levensbepalend kunnen zijn. Bij mij is bijvoorbeeld de staar van mijn ogen genezen, zonder ingreep van een aardse dokter, maar door God in Jezus Christus, nadat ik hem om deze genade had gebeden.  Een wonder in het verborgene, die enkel bekend hoeft te worden bij een volgende controle van mijn ogen. Maar ik kan nu wel weer goed zien. En zo groot is de liefde, die onze Vader, God en Heer mij betoond heeft. En, zoals Johannes schreef in zijn eerste brief: ‘Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook’. En dat zijn alle mensen op Aarde, die Gods Leer en Geboden doen in hun aardse leven. En hen worden de beloften van God reeds in hun aardse leven vervuld. En natuurlijk, die mensen die niets van God willen weten, die de wereld, de wereldse mensen, wordt genoemd, begrijpen er niets van. En wel omdat zij zich niet door God laten leiden in hun doen en laten, maar door Satan. Maar Satan is geen herder, laat staan een goede herder, maar een wolf die de zielen van de mensen wil stelen, om hen naar de hel te brengen. Alleen God in Jezus Christus is de Goede Herder! Hij alleen heeft het eeuwige, nooit eindigende geluk, van ons mensen voor ogen. Daarom heeft God ons, naast een absoluut vrije wil, ook Zijn Leer en Geboden gegeven. Aan ons mensen is het om, uit eigen vrije wil, deze Leer en Geboden  wel of niet te gaan doen. Maar, wie denkt dat hij zijn aardse leven kan redden door de Leer en Geboden van God niet te doen, die zal zijn eeuwige leven verliezen, omdat hij niets van waarde mee kan nemen naar het hiernamaals. Wie wel de Leer en Geboden van God in Jezus Christus doet in zijn leven – en die door God zal beproeft worden of hij het ernstig meent en wil – die zal wellicht minder aards rijk leven, misschien zelfs worden vermoord door op aarde wonende, als mensen vermomde duivels, maar wel zijn eeuwige leven behouden en versterken. Die mensen zijn het die, na hun aardse leven afgelegd te hebben, voor altijd en eeuwig opgenomen worden in een hemel. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.                                                                                                                 

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering