In Apocalyps 13,18 staat: “Nu komt het aan op scherpzinnigheid! Wie doorzicht heeft, kan het getal van het beest berekenen. Het duidt een mens aan, en het getal van die mens is 666.”
Het getal van een mens is 666. Wat betekent dit? Gaat het om één mens, of is dit het getal van alle mensen, dé mens?
Ik ben ervan overtuigd dat de volgende verklaring van dit getal de juiste is:
Het getal 666 stelt de liefde van de mens voor. 666 kan uiteengerafeld worden in 6 + 60 +600. Wanneer nu de liefde van de mens verdeelt is in 600 voor God, 60 voor de medemens en 6 voor zichzelf, dan is de mens volmaakt. Volmaakt in de zin die Jezus bedoelde, toen Hij zei: (Matth. 5,48) “Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.”
Wanneer nu de liefde van de mens verdeelt is in 600 voor zichzelf, 60 voor de medemens en 6 voor God, dan is hij ook volmaakt, maar dan een volmaakte duivel.
Eigenlijk denk ik niet dat deze verklaring een verdere toelichting nodig heeft, maar voor alle zekerheid toch nog (hopelijk) een verduidelijking.
Laat ik eens beginnen met de liefde voor de medemens. Een volmaakt mens in de ogen van God en een volmaakte duivel geven beide 60 eenheden liefde aan de medemens. Toch zit daar een hemelsbreed verschil tussen. Een volmaakte duivel zal alles uitleggen naar eigen voordeel, want daartoe trekt hem zijn liefde. De liefde die hij aan een medemens geeft, zal dus een afgeleide eigenliefde zijn. Als de ander hem niet veel meer teruggeeft, dan hij heeft gekregen, dan is die niet meer nuttig, dus zal alle liefde hem ontnomen worden. Dan zal die mens, als hem dat nuttig lijkt, een naaste, ook eigen levenspartner of kinderen, laten vallen als een baksteen. Dit soort liefde is tot moord in staat, alleen maar om de eigenliefde en het eigenbelang veilig te stellen. Een volmaakt mens in Gods bedoeling zal, omdat zijn liefde hem naar God trekt, Die ons allen onbaatzuchtig lief heeft, een onbaatzuchtige liefde voor de medemens uiten. Hij zal zich nooit afvragen wat de ander voor hem betekent, maar wat hij voor de ander kan en mag doen. Alle tegenliefde die daarbij komt is natuurlijk welkom, een mens kan niet zonder wederzijdse liefde, maar niet noodzakelijk. Moeder Theresa raapte in Calcutta stervenden, zieken en verwaarloosde kinderen van straat op, niet om door hen geëerd te worden, of liefde van hen te ontvangen, maar om hen liefde te geven. Daadwerkelijke liefde door verzorging en het verzorgen van, indien nodig, een menswaardige dood. Dat is handelen volgens Gods wil!
U heeft natuurlijk al begrepen dat overal waar van mensen ‘hij’ of ‘hem’ staat ook ‘zij’ of ‘haar’ ingevuld kan worden. Dat spreekt vanzelf!
Uit de toelichting over de naastenliefde van een volmaakte duivel en een volmaakt mens, hoop ik dat u voldoende begrepen heeft, waar de essentie van de verklaring over gaat. De meeste mensen echter, inclusief ik zelf, zitten ergens tussen deze beide polen (uitersten) in. Het gaat er echter om waar u in hoofdzaak naar toe getrokken wordt. Wanneer u in uw liefde getrokken wordt naar zelfzucht, egoïsme, dan loopt u gevaar als een volmaakte duivel te eindigen. Wanneer u echter in uw liefde echter getrokken wordt naar God, dan kunt u als een volmaakt mens de hemelen binnen gaan. Of u wordt in uw liefde getrokken naar uw eigenliefde (zelfzucht), of u wordt in uw liefde getrokken naar God, een derde weg is er niet!!!
Beiden is een uiting van uw eigen, vrije en onbelemmerde wil! Als u een volmaakte duivel wilt worden, dan hoeft u niets anders te doen dan uw eigen zelfzucht te volgen. Als u een volmaakt mens wilt worden in Gods ogen, dan moet u uw wil en liefde op God richten. Wanneer u veel van iemand houdt, dan wilt u graag bij deze persoon zijn. Dat geldt ook voor God! Bidden is praten met God, dus de weg naar God is de liefde voor God op de eerste plaats stellen, veel met Hem praten (bidden) en de weg die Jezus ons heeft gewezen, namelijk de daadwerkelijke naastenliefde. Naastenliefde niet voor eigen eer en glorie, maar als een uitvloeisel van de liefde voor God, dus de liefde tot de naaste, omwille van die naaste.
Jezus heeft ons twee liefdesgeboden gegeven, die de zekerste weg zijn naar het kindschap van God. Namelijk om God lief te hebben met geheel het hart, geheel de ziel en geheel het verstand, dus boven alles. Als tweede gebod, welke aan het eerste gebod gelijkwaardig is en niet los verkrijgbaar is ons gegeven de naasten lief te hebben zoals ieder van ons zichzelf lief heeft. Dus elk mens waar wij mee in aanraking komen behandelen zoals wijzelf graag behandeld zouden willen worden, als wij in de plaats van die medemens zouden zijn. Dat is alles! In deze geboden zijn de Wet (de Tien Geboden die Mozes van God heeft ontvangen) en alles wat de ware profeten van God hebben gezegd inbegrepen.
Doe met deze verklaring en toelichting, zoals uw hart het u ingeeft.
Cor Huizer.