Religie

De mens als evenbeeld van God.

De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis (Gen.1,26-27). Maar wat betekent dat? Als wij naar de verscheidenheid van mensen kijken, zijn die allemaal naar Gods beeld en gelijkenis geschapen?

Er van uit gaand dat de Bijbel niet liegt, ja dan wij zijn allen naar Gods beeld en gelijkenis geschapen, maar ik denk niet dat wij dat materieel ( naar het lichaam) moeten opvatten. Ik denk eerder dat wij de totale mens moeten beschouwen, dan komen wij denkelijk verder. 

Elk mens heeft een lichaam die sterfelijk is. Tevens een ziel die onsterfelijk is. Als de ziel het lichaam heeft verlaten treedt de lichamelijke dood in. Een geruststelling is het dat de ziel onsterfelijk is, zodat wij naar onze ziel eeuwig voort leven. Maar de mens bestaat niet in tweeën, maar in drieën. In de ziel huis ook nog een geschapen geest. Elk van deze drie lichamen, een materiële en twee geestelijke, hebben ieder een eigen functie en behoeften. 

Zonder lichaam kunnen wij niet op materiële wijze leven. Het lichaam heeft dan ook materiële behoeften, waarin wij niet van de dieren verschillen. Wij hebben eten en drinken nodig, beschutting tegen de natuur en tenslotte zijn onze seksuele driften ook materieel, op dezelfde wijze als alle (meer ontwikkelde) dieren. 

De ziel, die ook uit de materie is genomen, zij het dan reeds vergeestelijkte materie, heeft weer andere behoeften. Ook dieren hebben een ziel, maar anders dan bij de mensen, is die nog niet tot voltooiing gekomen. Om dit uit te leggen moeten wij terug gaan naar de eerste Schepping door God. God schiep een geestelijke wereld door Zijn gedachten buiten Hem te plaatsen en vast te houden. Deze geesten schonk Hij een vrije wil. De geesten konden de hen bekend zijnde geboden van God volgen, maar ook naast zich neer leggen. Lucifer, een van de eerst geschapen geesten, die met de meeste luister was bekleed (Lucifer betekent lichtdrager), keerde zich met alle door hem geschapen geesten van God af. Hij wilde zelf God zijn. 

Het gevolg was dat hij en de zijnen echter steeds duisterder werden. Toen Lucifer in zijn hoogmoed God wilde vernietigen, greep God in. De opstandige geesten werden in de materie gevangen. Daaruit is de gehele materiële Schepping ontstaan. God in zijn genade echter wil alle in de materie gevangen geesten terug voeren naar Hem. Om die reden worden de ziele-deeltjes (partikels) via het natuurrijk van mineralen, planten- en dierenrijk langzaam omhooggevoerd naar de mens. De mens is niet meer gericht, maar heeft de vrije wil (die de oorspronkelijke geesten ook hadden, voor de zondeval) weer terug gekregen. Ja, God wil ons zelfs tot Zijn kinderen maken, maar wij moeten daarvoor wel dit proefleven op een goede wijze doorlopen (hierop kom ik later terug).

Om dit proefleven op een goede wijze te doorlopen, is ons alle herinnering aan een vroeger bestaan ontnomen, zodat wij met onze vrije wil kunnen beslissen of wij God of onze eigen zelfzucht (waar wij, gezien onze voorgeschiedenis, namelijk gerichte geesten, meer dan genoeg van hebben) willen volgen. Daartoe heeft de ziel een leven in zichzelf gekregen. De ziel zit vast in het lichaam en geeft aan het lichaam het leven. Onze ziel heeft een eigen wil. 

Al onze natuurlijke intelligentie zit ook in de ziel. Echter niet onze diepere inzichten. In de gerichte geesten zat een ondeelbare geest met daarom heen een geestelijk lichaam. Het geestelijk lichaam is verstrooid in de materiële Schepping, de zuivere geesten bleven, lichaamloos, over. De ziel kan namelijk gesplitst worden, de geest niet. Elke geest is uit de materie van de Schepping weer een lichaam aan het opbouwen. Als het stadium van mens is bereikt, dan neemt de geest weer plaats in de ziel. De geest heeft nog een redelijk zuivere verbinding met God, hij kent God. Daarom komen de diepere inzichten ook uit de geest.

De mens is compleet met lichaam, ziel en geest. Ook God kent drie personen, Vader, Zoon en Heilige Geest. Als wij een mens tegenkomen beschouwen wij die mens als één geheel, ondanks dat hij/zij bestaat uit drie "personen", met ieder zijn eigen behoeften. Waarom zou God dan anders zijn, als wij naar Zijn beeld en gelijkenis zijn geschapen?

Bij de conceptie (geslachtsdaad) gebeurt, geestelijk gezien het volgende: Bij het materieel samensmelten van eicel en zaadcel, smelt ook de ziel van de ongeboren mensenziel samen met die van de vader en van de moeder. Daarom lijkt het kind ook op zijn ouders, want het lichaam is de weerspiegeling van de ziel. Alleen beschadigingen en/of ziekten van de ziel in het latere leven worden niet meer in het lichaam verwerkt, of komen tot uitdrukking in ziekten. Later in de zwangerschap neemt de geest, eerst druk werkzaam met de opbouw van het lichaam, plaats in de ziel. Bij de geboorte of kort erna legt God, in Zijn goedheid, een splinter van Zijn ongeschapen Liefde in het hart van de geest. Deze splinter van Gods Liefde is dus niet geschapen, maar stelt ons in staat om kinderen van God te worden.

Om die reden is abortus ook verkeerd. Elke abortus, dus ook een morning after pil of een voorbehoudsmiddel die innesteling van de vrucht (embryo) voorkomt, belet een ongeboren mensenziel om op deze aarde te incarneren. Zij dood dus een mensenkind, die voor zijn/haar verdere ontwikkeling geboren had kunnen worden. Dit is een wreedheid zonder weerga, die erg veel kwaad veroorzaakt.

Iets anders is als de ongeboren mensenziel spijt krijgt van het geboren worden. In sommige gevallen staat God, uit liefde voor dit kind, hem/haar toe terug te keren tot de geestenwereld. Als dit gebeurt tijdens de zwangerschap spreken wij van miskraam, direct of kort na de geboorte van 'wiegendood'.

Nu is het tijd om terug te komen op ons proefleven. Om kinderen van God te worden moeten wij op God gaan lijken. God is Liefde. De mens moet dus op dezelfde wijze liefdevol worden als God is. Dit is waar Jezus het met Nikodemus over had, toen Hij zei: "Voorwaar, voorwaar Ik zeg u, als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien" (Joh. 3,3).

Door onze liefde te richten op God, als bron van alle liefde en op onze medemensen, omdat zij allen God in zich dragen (de vonk van Gods Liefde), laten wij de geest, die in het hart van de ziel huist groeien totdat hij onze grootte heeft bereikt. Dan omvat de geest de ziel. Op dat moment zijn wij wedergeboren en kunnen niet meer zondigen.

Om daar te komen is het doel van ieder mensenleven. Weinig mensen bereiken dat doel voor hun dood. Gelukkig zijn er nog vele leerscholen na de dood, maar we moeten ons best doen om zover mogelijk te komen. Het is een bewuste keuze van onze wil om God en onze medemensen lief te willen hebben. Als wij het willen, dan zal God ons ook helpen, als wij erom vragen. Dat vragen, of praten met God heet bidden. Als wij het gebed echt menen, dan bidden wij vanuit ons hart. Alleen zó bidden is waardevol voor God, omdat Hij perfect doorziet als wij Hem iets anders vragen dan wij menen. Bidden enkel met de mond geeft wellicht het aureool van vroomheid, maar is tijdverspilling.
Het liefhebben van onze medemensen is ook een wilsbesluit. Als wij een hekel hebben aan een bepaald medemens en wij vragen God goed voor deze medemens te zorgen, dan gaat onze hekel over. Op die wijze kunt u zich oefenen in liefde voor de medemens.

Om u te oefenen in wederzijdse liefde en de eenheid tussen mensen te bewaren, volgens Jezus uitspraak: "wie niet met Mij bijeenbrengt, drijft uiteen" (Matth..12,30b), zijn hier vier prachtige, gemakkelijk te onthouden, spreuken:

  • Iedereen beminnen, dus geen onderscheid maken tussen wie u bemind. Zoals God ook Zijn genaden geeft aan de goeden en de slechten (Laat regenen voor goeden en slechten);
  • Als eerste beminnen, dus niet afwachten of de ander ook bereid is u te beminnen, maar alvast met beminnen van de ander beginnen
  • Je in liefde je een maken met de ander, dus de ander zo beminnen dat u kunt (aan)voelen wat de ander beweegt.
  • De ander beminnen als jezelf, dus bereid zijn de ander evenveel liefde te geven, als dat u uzelf zou geven in zijn/haar plaats.

Tenslotte, om u te helpen, nog de spreuk die ik op de achterzijde van mijn visitekaartjes heb staan, en die op hetzelfde neerkomt:


De weg naar geluk:

Vrijwaar je hart van haat en je geest van zorgen.
Leef eenvoudig, verwacht weinig, geef veel.
Vul je leven met liefde.
Straal warmte uit.
Vergeet jezelf, denk aan anderen.
Wat je niet wilt dat jou geschied, doe dat ook een ander niet.

Probeer dit een week en je zult verrast zijn.

Het inzicht in de opbouw van de mens heb ik niet alleen uit de Bijbel, maar ook uit andere lectuur en de daarbij verkregen inzichten. Langzaam is mij deze opbouw helder geworden. 

Voor vele van u zal dit verhaal op z'n minst 'vreemd' overkomen. Verwerp het echter niet meteen met uw verstand, maar laat het zakken naar uw hart. Probeer met de liefde van uw hart dit te begrijpen, zoek in uzelf, misschien treft u iets wat u bekend voorkomt. Onderzoek dit verhaal nauwkeurig en behoud het goede!

Moge God uw hart en uw verstand verlichten om hier de, voor u, volledige waarheid uit te distilleren. Zelf ben ik God dankbaar dat ik dit tot dit inzicht heb mogen komen, welke, althans voor mij, volledig waar is. Belangrijk voor mij is tevens dat het, volgens mij, niet afwijkt van de Christelijke leer, alleen een verduidelijking en verdieping van inzicht erop geeft.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering