Religie

Schriftuitleg van zondag 14 januari 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing 1 Samuël 3, 3b-10.19

De lamp van God was nog niet gedoofd, en Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer, waar de ark van God stond. Toen riep de Heer: ‘Samuël!’. Samuël antwoordde:

‘Hier ben ik’. Hij liep haastig naar Eli, en zei: ‘Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’. Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb niet geroepen; ga maar weer slapen’. Toen riep de Heer op­nieuw: ‘Samuël!’. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’. Eli antwoordde: ‘Ik heb niet geroepen, mijn jongen; ga maar weer slapen’. Samuël kende de Heer nog niet; een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard. En weer riep de Heer Samuël; nu voor de derde maal. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’. Toen begreep Eli dat het de Heer was, die de jongen riep. En hij zei tot Samuël: ‘Ga slapen, en mocht Hij je roepen, dan moet je zeggen: Spreek, Heer; uw dienaar 1uistert’. Samuël ging dus weer op zijn gewone plaats slapen. Toen kwam de Heer bij hem staan, en riep evenals de vorige malen: ‘Samuël, Samuël!’. En Samuël antwoordde: ‘Spreek; uw dienaar luistert!’. Samuël groeide op; de Heer was met hem en liet niet één van zijn woorden onvervuld.


Tweede lezing 1 Corinthiërs 6, 13c-15a.17-20

Broeders en zusters, het lichaam is er niet voor de ontucht, maar voor de Heer, en de Heer voor het lichaam. God heeft niet alleen de Heer opgewekt uit de dood, Hij zal ook ons doen opstaan door zijn kracht. Gij weet toch dat uw licha­men ledematen zijn van Christus? Maar wie zich met de Heer verenigt, is met Hem één geest. Elke andere zonde die een mens bedrijft, gaat buiten het lichaam om, maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam. Gij weet het: uw lichaam is een tempel van de heilige Geest die in u woont, die gij van God hebt ontvangen. Gij zijt niet van uzelf. Gij zijt gekocht en de prijs is betaald. Eert dan God met uw lichaam.


Evangelielezing Johannes 1, 35-42

In die tijd stond Johannes daar, met twee van zijn leerlin­gen. Hij richtte het oog op Jezus die voorbijging en sprak: ‘Zie het lam Gods’. De twee leerlingen hoorden hem dat zeggen en gingen Jezus achterna. Jezus keerde zich om en toen Hij zag dat zij Hem volgden vroeg Hij hun: ‘Wat ver­langt gij?’. Ze zeiden tot Hem: ‘Rabbi - vertaald betekent dit: Meester - waar houdt Gij U op?’. Hij zei hun: ‘Gaat mee om het te zien’. Daarop gingen zij mee en zagen waar Hij zich ophield. Die dag bleven zij bij Hem. Het was ongeveer het tiende uur. Andreas, de broer van Simon Petrus, was een van die twee die het gezegde van Johannes hadden gehoord en Jezus achterna waren gegaan. De eerste die hij ontmoette was zijn broer Simon tot wie. Hij zei: ‘Wij heb­ben de Messias - dat vertaald betekent: de Gezalfde - ge­vonden’, en hij bracht hem bij Jezus. Jezus zag hem aan en zeide: ‘Gij zijt Simon, de zoon van Johannes; gij zult Kefas genoemd worden, dat betekent: rots’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Kom en zie!’. Kom uit uw ongeloof en zie zelf dat er geen leven kan zijn buiten God. Want God is oneindig in elk opzicht, dus ook in de ruimte, die werkelijk oneindig groot is. God Zelf heeft nimmer een begin gehad en zal nimmer ooit een einde kennen. Daarom is alles wat, ogenschijnlijk, buiten God bestaat, door God geschapen en in het leven geroepen. Wanneer die mensen, die beweren dat God niet bestaat, gelijk zouden hebben, bestond eer werkelijk, in de gehele oneindige ruimte, nergens iets, dan was de gehele oneindigheid volkomen leeg. Wij mensen – en alles wat geschapen is – kunnen weliswaar ons eigen leven leiden, ogenschijnlijk zonder God, maar in werkelijkheid zijn ook wij, zoals de gehele Schepping waar dan ook in de oneindigheid, door God geschapen. En ja, de gehele materiële werkelijkheid is eigenlijk niet meer dan gevangen genomen geesten, die tegen God in opstand waren gekomen. Lucifer, nu Satan genoemd, leidde deze opstand en hij en zijn volgelingen geloofden God niet toen Hij, van tevoren, hen vertelde wat het gevolg van deze opstand voor hen zou gaan betekenen; namelijk dat zij in materie gevangen zouden worden genomen. Vandaar dat er materie ontstond. Dat ook materie eigenlijk geestelijk is, hebben wij mensen allang ontdekt, door te ontdekken hoe atomen zijn samengesteld. Elke atoom, ook van de hardste materie, zoals diamant, bestaat uit een kern en daarom heen draaiende deeltjes, soms maar één, de materie die wij waterstof noemen, soms heel veel, zoals de materie die wij uranium noemen. En hoe kan het dat deze bewegingen miljarden jaren doorgaan en nooit stoppen? Door iets wat wij niet kunnen zien met onze materiële ogen en kijk op de dingen; in elke atoom zit een klein deel van de oorspronkelijke geesten gevangen! Maar iets geestelijks kunnen wij wel vermoeden, maar nooit en nimmer op materiële wijze bewijzen. Dat elke materie zeer luchtig is in elke atoom, dus in de gehele materie zelf, hoe hard en dood deze ook lijkt, is echter wel een zeer goede aanwijzing dat elke materie een gevangenis is voor gevallen geesten. Die door Gods genade geleidelijk aan worden vrijgelaten via de weg van mineralen, planten, dieren en uiteindelijk mensen. Alles wat in de materie geschapen is, behalve de mens, wordt bestuurd door Gods Almacht. Alleen de mens heeft God een absoluut vrije wil gegeven. Deze vrije wil kan een mens tot een kind van God laten uitgroeien, maar ook net zo diep doen zinken en vallen als de ergste duivels in de hel. Wie beweert dat er alleen materie bestaat en dat God niet bestaat, is geestelijk reeds dood. Want wie God verloochent komt onherroepelijk bij Satan terecht en hij is de koning van de hel. Heeft God dan de hel geschapen? Nee, dat hebben de helbewoners zelf gedaan, door hun afwijzing van God en Zijn Leer en Geboden. En alle mensen, die de wegen van Satan blijven volgen, ook hedendaags, die houden de hel in stand en mogen zelf, uit eigen vrije wil, ‘genieten’ van de geneugten van de hel; voortdurende  ruzies en wederzijdse haat en afgunst. Zij, die de Leer en de Geboden van God doen in hun aardse leven, die komen in de zaligheid van een hemel, welke hemel is afhankelijk van hun eigen liefde voor God en hun medemensen, hun naasten. Want daar is onze absolute vrije wil – die God nimmer van ons zal afnemen – voor bedoeld. Uit eigen vrije wil kiezen voor God of terugvallen in opstand tegen God. De eeuwige, nooit eindigende toekomst van elke mens bepaald hij zelf! Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Hoe doet een mens dat? Door zijn daden in zijn lichamelijke, materiële leven! Zijn alle daden gericht op de liefde voor God en zijn naasten, dan krijgt hij van God de hulp om voor altijd zalig te worden, in een geestelijk leven vol van liefde. Zelfs al zou hij het kindschap van God niet en nooit bereiken, dan nog kan hij, door zijn liefde, opgenomen worden in een lagere hemel. Waarom niet in de hoogste hemel, waar God Zelf woont? God kent elke mens tot in de laatste atoom van zijn lichaam en ziel. Daarom kan God ook zien of een mensenziel ooit zo rijp kan worden, dat hij een kind van God kan worden, of dat hij nimmer meer kan worden dan hooguit een engel, een schepsel Gods. Wie nooit kan uitgroeien tot een kind van God – doordat zijn eigen vrije wil hem dit belet – kan wel zalig worden in een hemel, maar helaas nooit verder komen dan dat. En dit is iets wat God alleen bepaald; engel noch mens helpt God daarbij. Hooguit kan een mens zichzelf helpen, door te verlangen naar het kindschap van God en zijn gedrag en daden daarop af te stemmen. En God is Liefde en daarom ook oneindig Barmhartig. Wie werkelijk wil, die krijgt van God Zijn leiding en de genade dat hij dat kan worden, waarnaar hij verlangt. En zo kreeg ook Samuël, als klein kind afgestaan door zijn moeder, om in de Tent van God ook God te dienen, van God de gelegenheid om uit te groeien tot een groot priester en profeet. En Samuël nam deze Gave van God aan en werd, doordat hij zijn gehele leven in dienstbaarheid aan God en Gods Leer en Geboden stelde, waarbij hij ook een grote liefde had voor zijn naasten, en zijn volk, ook een grote profeet, die namens God, koningen zalfde voor het volk van Israël. Kijk, dat is het gevolg van God gehoorzamen in al het eigen doen en laten! Niet iedereen wordt bekend als een Samuël of een Paulus, de apostel voor de heidenen. Maar ook in het verborgene kan ieder mens, echter alleen als hijzelf dit wil, een waarachtig kind van God worden en tot in het oneindige ook zijn. In de heidense wereld, waarin Paulus leefde, kwam ontucht, net als in onze eigen heidense tijd, veel voor en werd toen, en heden weer wordt, algemeen geaccepteerd. Alleen was er een kleine groep christenen, zoals nu christenen die naar God luisteren ook een kleine minderheid zijn, en die moest hij waarschuwen voor de gevaren van deze zware zonden. En dat deed Paulus in zijn eerste brief aan de Corinthiërs. Lees de tweede lezing van vandaag er maar op na. Dan weet u, dat de handelwijzen, die in onze wereld zo ‘normaal’ zijn geworden, u eerder naar de hel zullen voeren, dan naar de hemel. Want wij leven andermaal onder het bewind van Satan – nu wereldwijd – en wat wij nu als ‘normaal gedrag’ zien, zal iedereen, die hier aan meedoet, eerder naar de hel leiden, dan naar een hemel, laat staan de hoogste hemel. Alleen God, die op onze Aarde heeft gewandeld als de Mens Jezus Christus, volgen in ons gedrag, opvattingen en daden, kan ons mensen naar de hemel leiden, waar alleen God in Jezus Christus de Koninklijke scepter zwaait. En God is Liefde! Daarom is de Leer van God in Jezus Christus volledig gebaseerd op de liefde voor God en onze naasten, onze medemensen. God dwingt geen enkel mens, maar Hij laat ons wel zien wat goed is voor ons en nodigt ieder van ons uit om te komen zien hoe liefdevol Hij is voor Zijn gehele Schepping, inclusief voor elk mens, die Zijn gaven aanvaardt. En God kent ieder van ons mensen heel goed, zoals eerder betoogd in deze uitleg, en daarom noemde God in Jezus Christus Simon, die wij nu kennen onder de naam Petrus, Kefas, wat in zijn eigen taal rots betekent, evenals Petrus in het Latijn rots betekent. Daarom, laat uw ongeloof varen en ga, daadwerkelijk, dus in daden, God in Jezus Christus in liefde voor God en uw naasten, uw medemensen, volgen. Dan zult u, na uw lichamelijk overlijden, zeker goed terecht komen en in een hemel belanden. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden, dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering