Religie

Schriftuitleg van zondag 3 maart 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Exodus 20, 1-17

In die dagen sprak God al de woorden die hier volgen. ‘Ik ben de Heer, uw God, die u heb weggeleid uit Egypte, het slavenhuis. Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij. Gij zult geen godenbeelden maken, geen afbeel­ding van enig wezen boven in de hemel, beneden op aarde of in de wateren onder de aarde. Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen, en hun geen goddelijke eer bewijzen; want Ik, de Heer, uw God, Ik ben voor hen die Mij haten, een jaloerse God, die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen tot het derde en vierde geslacht, maar voor hen die mij liefhebben, en mijn geboden onderhouden, een God die goedheid bewijst tot aan het duizendste ge­slacht. Gij zult de naam van de Heer uw God niet lichtvaar­dig gebruiken; want de Heer laat hen die zijn naam licht­vaardig gebruiken, niet ongestraft. Denk aan de sabbat: die moet heilig voor u zijn. Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten. Maar de zevende dag is de sabbat voor de Heer, uw God. Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten: gij zelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet, uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet, zelfs niet de vreemdeling die bij u woont. In zes dagen immers heeft de Heer de hemel, de aarde, de zee met al wat erin is, ge­maakt. Maar de zevende dag heeft Hij gerust, en zo de sab­bat gezegend, en tot een heilige dag gemaakt. Eer uw va­der en uw moeder. Dan zult gij lang leven op de grond die de Heer uw God u schenkt. Gij zult niet doden. Gij zult geen echtbreuk plegen. Gij zult niet stelen. Gij zult tegen uw naaste niet leugenachtig getuigen. Gij zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, op niets wat hem toebe­hoort’.


Tweede lezing 1 Korintiërs 1,22-25

Broeders en zusters, joden eisen wonderen, Grieken wijs­heid. Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid; maar voor hen die geroepen zijn, joden zowel als Grieken, is die Christus Gods kracht en Gods wijsheid. Want de dwaas­heid van God is wijzer dan de mensen en de zwakheid van God is sterker dan de mensen.


Evangelielezing Johannes 2, 13-25

Toen het paasfeest der joden nabij was, ging Jezus op naar Jeruzalem. In de tempel trof Hij de verkopers aan van run­deren, schapen en duiven en ook de geldwisselaars die daar zaten. Hij maakte van touwen een gesel, dreef ze alle­maal uit de tempel, ook de schapen en de runderen; het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels en Hij wierp die omver. En tot de duivenhandelaars zei Hij: ‘Weg met dit alles! Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!’. Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschre­ven staat: De ijver voor uw huis zal mij verteren. De joden richtten zich tot Hem met de woorden: ‘Wat voor teken kunt Gij ons laten zien dat Gij dit doen moogt?’. Waarop Jezus hun antwoordde: ‘Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen’. Maar de joden merkten op: ‘Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd; zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?’. Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam. Toen Hij dan ook verre­zen was uit de doden, herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden in de Schrift en in het woord dat Jezus gesproken had. Terwijl Hij bij gelegenheid van het paasfeest in Jeruzalem was, begonnen er velen in zijn naam te geloven bij het zien van de tekenen die Hij deed. Maar Jezus van zijn kant had geen vertrouwen in hen, omdat Hij allen kende. Hij wist wat er in de mens stak en daarom was het niet nodig dat iemand Hem over de mens inlichtte.

Uitleg:

Het thema van deze derde zondag van de vasten is: ‘God op de eerste plaats’. God komt altijd op de eerste plaats, omdat Hij altijd alles in allen is. Alleen God is oneindig in alle opzichten. Want God heeft nooit een begin gekend en zal ook nooit een einde kennen. Maar God is ook oneindig in tijd en ruimte; alles wat ogenschijnlijk buiten God bestaat, is door God geschapen en in het leven geroepen. Buiten God bestaat er helemaal niets! En hoe heeft God zowel de geestelijke als de materiële werkelijkheid geschapen? Wel, God is Geest en heeft daarom eerst de geestelijke werkelijkheid geschapen. God is Liefde! Vanuit Gods Liefde – die wij mensen ook wel de Vader noemen – bedacht God al Zijn schepselen. Vanuit Gods Wijsheid – die voortkwam uit Gods Liefde en daarom ook wel Gods Zoon wordt genoemd, en die op onze Aarde Mens is geworden in Jezus Christus – heeft God alle Scheppingen geordend. Met Gods Wil – die, omdat die werkzaam is in de gehele oneindige Scheppingsruimte en wordt daarom ook de heilige Geest wordt genoemd – heeft God met een krachtig ‘Er zij’ alles wat God wilde scheppen ook in de realiteit geroepen. De materiële Schepping kwam pas nadat Lucifer, nu Satan genoemd, met zijn aanhang tegen God in opstand kwam. De materie is niets anders dan de gevangenis van de gevallen engelen, die hun eigen wegen wilden gaan, in plaats van God te gehoorzamen. En God is nu bezig – al een voor ons mensen onvoorstelbare lange tijd – om de gevangen geesten uit de materie vrij te maken, via de wegen van mineralen, planten, dieren en tenslotte mensen. Wij mensen staan – figuurlijk gesproken – met één been in de materiële wereld en met één been in de geestelijke wereld. Na ons aardse leven kunnen wij mensen namelijk voor de rest van de oneindige tijd weer in de geestelijke wereld wonen, waar wij ook oorspronkelijk vandaan kwamen. In dat geval zijn wij verlost van alle materie. En daartoe heeft God ons mensen een vrije wil gegeven. Natuurlijk zijn er mensen, die hun eerste leven op Aarde als mens, hebben verknoeid, door de wegen van Satan te bewandelen, in plaats van de door God gegeven Leer en Geboden te leven, dus te doen. Zij kunnen, als zij dit wensen, in het hiernamaals, de geestelijke wereld, om een herkansing vragen en kunnen dan voor een tweede maal geboren worden, opdat zij hun leven kunnen verbeteren en God deze maal wel gaan gehoorzamen. Doen zij dat, dan kunnen zij zelfs uitgroeien tot kinderen van God. Maar altijd uit eigen vrije wil. Zij kunnen ook, voor de tweede of zelfs zoveelste maal, de wegen van Satan gaan bewandelen en weer het uiteindelijke doel, welke God voor elk mens op deze Aarde heeft bereid, wederom missen. En dat doel is het hoogste wat welk schepsel dan ooit kan bereiken; namelijk het kindschap van God. Daarvoor moet hij een korte tijd – in de eeuwigheid gemeten – een leven van op de proef worden gesteld doormaken. Waar hij staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. En de keuzes die – elk mens voor zich – in dit proefleven maakt is bepalend of hij wel geschikt is voor het eeuwige leven in God. Want, omdat God Liefde is, is leven en liefde precies hetzelfde. Lucifer koos er voor om zijn liefde on te zetten in zelfzucht, hoogmoed en eigengereidheid. Het resultaat is de hel, waar geen leven is te vinden, wel door Gods genade een voortbestaan, maar geen spoor van echt leven. Alleen haat tegen alles en iedereen, ook tegen elkaar. Daarom ook vechten de duivels in de hel doorlopend met elkaar en dat geeft altijd afgunst onvrede en haat tegen alles en iedereen en al helemaal alles wat leeft. Maar als een mens kiest voor het leven, niet alleen op Aarde, maar in de gehele oneindige toekomst in het hiernamaals, dan stelt hij God op de eerste plaats. Dan wil hij in liefde leven met God en zijn naasten, zijn medemensen. De ellende waar medemensen in zitten brengt hem dan geen vreugde, maar doet hem pijn, vooral als hij onmachtig is de medemens te helpen. God is nooit onmachtig om welk mens dan ook te helpen. Echter, als een mens God afwijst, dan wijst hij ook de hulp van God in zijn leven af. Dan heeft hij God in de steek gelaten en, omwille van de vrije wil van ieder mens, kan God hem niet helpen, omdat hij de hulp van God niet wil! Dan mag een mens het zelf uitzoeken. Om ons mensen te helpen, zonder in te grijpen in onze vrije wil, heeft God ons mensen Zijn Leer en Geboden gegeven. Dat deed God al in de tijd van Adam en Eva en hun nakomelingen in de oertijd. Uit die Leer en Geboden – door de hebzucht van mensen verbasterd – zijn alle oude religies voortgekomen. God heeft ten tijde van Mozes nogmaals Zijn belangrijkste Geboden gegeven, die wij nu kennen als de Tien Geboden van God. In de eerste lezing van vandaag staan ze opgetekend. God in Jezus Christus heeft deze Geboden en alles wat Gods profeten hebben verkondigd, samengevat in slechts twee Geboden van liefde. Namelijk God lief hebben boven alles en de naaste, de medemens, liefhebben als zichzelf. Dus uit en in slechts twee Geboden komt de gehele Leer en Geboden van God voort. Wie deze Leer en Geboden in zijn leven volgt, door ze te doen, die zal uitgroeien tot het kindschap en God en daarmee ook zijn leven volledig hebben voltooid. Voor die mens geldt, wat Jezus Christus Zijn volgelingen, inclusief zijn apostelen, aanraadde: ‘En gij, wordt gij zo volmaakt als dat uw Vader in de hemel volmaakt is’. Daarmee duidend op de wedergeboorte in de mens, als zijn geest met zijn ziel versmolten wordt. Want elk mens op Aarde heeft een lichaam, een ziel en een inwonende geest. Welnu, het lichaam is ons tijdelijk gegeven om in de materiële wereld om ons heen te kunnen leven en ons, lichamelijk en geestelijk, te ontwikkelen. De ziel is het leven van het lichaam, wat te zien is als de ziel het lichaam heeft verlaten, want dan is het lichaam dood. De inwonende geest komt van God en stelt ons mensen op deze Aarde in staat om het allerhoogste te bereiken wat een schepsel kan bereiken; het kindschap van God. Maar dat moeten wij zelf willen en daaruit de gevolgen trekken voor ons doen en laten hier op Aarde. Wij moeten op Aarde van God geen wonderen of wijsheid eisen, zoals de joden en de heidenen, maar alleen onze gekruisigde Heer en God verkondigen; Jezus Christus. Een aanstoot voor de een en een dwaasheid voor een ander. Maar God is in Zijn dwaasheid wijzer dan welk mens ook en in Zijn zwakheid sterker dan wij mensen, want de meeste mensen oordelen God naar hun manier van denken en niet naar wat God is en doet. Jezus veegde de Tempel te Jeruzalem schoon, omdat zij van het Huis van God een markthal hadden gemaakt. En nu weer is de Kerk, welke God in Jezus Christus gesticht heeft, eerder een markthal geworden dan een huis van God. Want, hoewel de Leer van God heel veel eeuwen vanuit Rome heeft geklonken – waarbij wel naar deze Leer geluisterd diende te worden maar, net als bij de Farizeeën, veelal niet naar de daden moest worden gekeken, omdat die twee niet in overeenstemming waren – is nu een zuiver heidense leer, die ons wordt voorgehouden, door de meeste prelaten. En wie dan toch nog de Leer van God in Jezus Christus predikt en leert, die wordt zo spoedig mogelijk vanuit zijn functie verwijderd en vervangen door, gedoopte en gewijde, heidenen. Zo treurig is het met de hedendaagse Kerk gesteld! Maar niet lang meer! Want, omdat nu de gehele wereld handelt onder de invloed van Satan, is de tijd van de wederkomst van Jezus Christus op Aarde gekomen, omdat anders de gehele mensheid verloren zou gaan voor het doel waarvoor wij mensen zijn geschapen, namelijk kinderen van God te worden en te zijn. God in Jezus Christus is Zijn wederkomst aan het voorbereiden en Hij heeft laten weten wat de stappen zijn naar Zijn wederkomst. Eerst krijgen wij de grote Waarschuwing, waarin ieder mens individueel , die dit kan begrijpen, gewaarschuwd wordt hoe hij er in Gods ogen voorstaat. Dit kan al deze maand geschieden. Dan kont er een Derde Wereldoorlog, die reeds op het uitbreken staat. Dan zal nog een kort aantal jaren de antichrist regeren, die zich als een god zal uitgeven, maar een demon is. Daarna komen er drie zeer donkeren dagen en pas daarna is de Nieuwe Aarde, voor alle mensen die zich met woord en daad tot God in Jezus Christus hebben bekeert, geopend. En, omdat daar dan de wederzijdse liefde regeert, zal dat een aards paradijs worden. Dit alles zal, volgens mij, voor 2030 plaatsvinden. Alle reden daarom om, voor zover nodig, u te bekeren tot God in Jezus Christus, dor Zijn Leer en Geboden te gaan doen. Dan bent ook u er zeker van dat u, na uw lichamelijke dood, in een hemel zult  gaan wonen. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering