Religie

Schriftuitleg van zondag 7 april 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Handelingen 4, 32-35

De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en één van ziel, en er was niemand die iets van zijn bezittingen. zijn eigendom noemde; integendeel, zij beza­ten alles gemeenschappelijk. Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af van de verrijzenis van de Heer Jezus, en rijke genade rustte op hen allen. Er was geen en­kele noodlijdende onder hen, omdat allen die landerijen of huizen bezaten, deze verkochten, en de opbrengst ervan meebrachten om aan de voeten van de apostelen neer te leggen. Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn behoefte.


Tweede lezing 1 Johannes 5, 1-6

Vrienden, iedereen die gelooft dat Jezus de Christus is, is een kind van God. Welnu, wie de vader liefheeft, bemint ook het kind. Willen wij God liefhebben en zijn geboden onderhouden, dan moeten wij ook Gods kinderen liefheb­ben. Dat is onze maatstaf. God beminnen wil zeggen zijn geboden onderhouden en zijn geboden zijn niet moeilijk te onderhouden, want ieder die uit God geboren is overwint de wereld. En het wapen waarmee wij de wereld over­winnen is geen ander dan ons geloof. Niemand kan de we­reld overwinnen dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is. Hij is het die gekomen is met water en bloed, Jezus Christus.


Evangelielezing Johannes 20, 19-31

In de avond van die eerste dag van de week, toen de deu­ren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de joden, kwam Jezus binnen, ging in hun mid­den staan en zei: ‘Vrede zij u’. Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde, toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: ‘Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u’. Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ‘Ontvangt de heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven, en wier zonden gij niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven’. Thomas één van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: ‘Wij hebben de Heer gezien’. Maar hij ant­woordde: ‘Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan ste­ken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet gelo­ven’. Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Thomas erbij. Hoewel de deuren ge­sloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u’. Vervolgens zei Hij tot Thomas: ‘Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer onge­lovig maar gelovig’. Toen riep Thomas uit: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Toen zei Jezus tot hem: ‘Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd heb­ben’. In het bijzijn van zijn leerlingen heeft Jezus nog vele andere tekenen gedaan welke niet in dit boek zijn opgete­kend, maar deze hier zijn opgetekend opdat gij moogt ge­loven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt in zijn naam.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Vertrouw op Gods Barmhartigheid’. Gods Barmhartigheid is werkelijk onbegrensd, vertrouw daarom op Gods Barmhartigheid en vraag om Zijn hulp bij al w problemen. God respecteert niets zoveel als onze eigen vrije wil. Daarom zal God ons nooit kunnen helpen, als wij Zijn hulp niet willen. Maar door God in alle nederigheid te vragen om ons te helpen bij onze moeilijkheden, die wij niet zelf kunnen oplossen, geven wij zelf aan God aan dat wij Zijn ingrijpen verlangen en niet zullen afkeuren. Maar denk niet dat God altijd de hulp zal geven, die wij verwachten. Nee, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk met ieder van ons. Daarom kan de hulp van God heel anders zijn, dan wat wij zelf bedacht hebben. Want God kent elk mens door en door, niets is voor Hem verborgen. En Hij weet waarom wij in, voor ons, onoplosbare problemen kunnen komen en hoe wij, met Gods hulp, daar ook weer het beste uit kunnen komen. En die hulp kan er anders uitzien dan dat wij zelf bedachten, omdat God dieper kijkt dan wij zelf. En uiteindelijk, als wij op God blijven vertrouwen – ook als Zijn hulp ons mensen teleurstelt – zijn wij altijd beter af met Gods hulp, dan zonder Gods hulp. Het is een kwestie van vertrouwen op onze hemelse Vader, die Liefde is! Doen wij dat, dan zijn wij niet alleen op Aarde gered, maar in de gehele oneindige eeuwigheid in Gods Rijk. Wij mensen van deze Aarde zijn immers geboren om Gods kinderen te worden, maar alleen als wij dat zelf ook willen. Daartoe hebben wij mensen een absoluut vrije wil gekregen en mogen, uit eigen vrije wil en levenskeuzes kiezen om God te volgen, of om de dwaalwegen van Satan in ons leven te doorlopen. De Weg van God – Zijn Leer en Geboden – is de Weg naar het eeuwige leven. De dwaalwegen van Satan lijken leuk en voorspoedig, maar leiden allemaal naar de eeuwige  geestelijke dood. Want, omdat God Liefde is en deze Liefde ook Gods Leven is, is de Weg van God de Weg naar het eeuwige, nooit eindigende leven. Maar, omdat Satan en zijn mede demonen en duivels, geen spoor van liefde voor wie dan ook hebben – alleen een overvloed van eigenliefde – is er bij hen ook geen spoor van leven te vinden; in de hel is er geen naastenliefde, maar wel een overvloed van wederzijdse haat. Maar haat doodt, maar naastenliefde en liefde voor God, die ons allen het leven heeft geschonken hier op Aarde, maakt de gehele mens door en door levend. Het is daarom de liefde voor God – het beantwoorden van Gods Liefde voor ieder van ons – en liefde voor onze naasten, onze medemensen, vooral hen die onze hulp nodig hebben, die van ons mensen, schepselen Gods, tot Gods kinderen verheft. Aan Jezus Christus, toen Hij op Aarde woonde, kunnen wij zien hoe wij met onze medemensen moeten omgaan. Niet precies zoals Hij deed, want Hij is God, omdat alleen bij Hem de inwonende Geest de volheid van God was en is, maar zoveel als wij als mensen kunnen doen voor onze medemensen in nood. Want bedenk dit goed, Jezus Christus had, reeds voor Zijn geboorte, God als inwonende Geest in Zich, maar pas nadat Jezus Christus Zijn grote offer had volbracht- Zijn marteldood aan een kruis – werd de volheid van God pas onverbrekelijk met Jezus Christus – de ware Zoon van God als Mens, verwekt door de heilige Geest en als Mens geboren uit de Maagd Maria, verbonden. Daarom ook kan God nergens anders waar en wanneer dan ook, opnieuw een menselijk lichaam aannemen, omdat Hij God is zonder begin, maar ook Mens in Jezus Christus. Het is ondenkbaar dat God Zijn Zelfgekozen Lichaam – die van Jezus Christus – nog ooit kan of zal verlaten. In Jezus Christus kunnen ook wij, mensen van deze Aarde, kinderen van God worden en wel door ons eigen doen en laten geheel af te stemmen op Gods Leer en Geboden, die allen gebaseerd zijn op de liefde. Indien onze medemensen beweren dat een gebod van God afkomstig is, die niet is gebaseerd op de liefde, dan kan dit ofwel onbegrip zijn van die mens die dit beweert, ofwel pure leugen en misleiding, onder de invloed van de koning van de leugen en van de hel, Satan. God is Liefde en elk Gebod vanuit God is gebaseerd op de liefde voor andere mensen, of op de liefde voor God. Waar geen liefde in zit, komt niet van God af! Soms kunnen mensen, in hun ijver voor God ook overdrijven. Leven in een communie achtige samenleving is alleen mogelijk als het een, relatief, gering aantal mensen betreft, zoals bij de eerste christenen in Jeruzalem. Maar als het hele volkeren omvat, is deze manier van leven onmogelijk, naar mijn mening. Daarom is deze wijze van leven – hoe profijtelijk ook voor de mensen die eraan deelnamen – weer spoedig losgelaten en alleen de naastenliefde tussen de gelovigen, zonder gezamenlijk te leven, werd de leidraad voor een christelijk leven. Behalve in kloosters, is deze wijze van leven, om als christenen te leven, ook voorgoed losgelaten. Het is geen vereiste om in de communie te leven, om een goed christen te zijn. Zoals Johannes in zijn eerste brief schreef: ‘Vrienden, iedereen die gelooft dat Jezus de Christus is, is een kind van God’. Het is daarom een kwestie van geloof! Geloof dat Jezus Christus ons heeft verlost van de ergste dwang uit de hel vandaan. Het geloof dat ieder mens op Aarde een kind van God – in de ware betekenis van het woord – kan worden en voor eeuwig in de hemel kan wonen, is gered van eeuwige dood in de hel. God beminnen wil immers niets anders zeggen dan Zijn Leer en Geboden onderhouden, dus doen. En de wereld, die altijd kiest wat aards is, kan alleen overwonnen worden dan door ons daadwerkelijke geloof in God in Jezus Christus. Kritisch staan van wat mensen soms beweren, betekent nog niet dat wij mensen God los hebben gelaten. Denk aan de apostel Thomas, die niet kon geloven dat Jezus Christus aan zijn medeapostelen was verschenen en hij vroeg om bewijs ervoor. En Jezus Christus gaf hem dit bewijs en Thomas reageerde met: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Maar, volgens God in Jezus Christus, zijn wij, mensen van onze tijd, indien wij geloven, zaliger dan Thomas, die eerst gezien had en daarna pas ging geloven. En toch, er zijn momenteel veel meer ongelovige Thomassen op Aarde, dan mensen die onvoorwaardelijk in God geloven. De Grote Waarschuwing, die nu zeer binnenkort komt, zal, net als bij Thomas, de ommekeer brengen; want na de Waarschuwing zullen miljarden mensen, tot hun eigen heil, zich tot God in Jezus Christus bekeren en blijven vasthouden aan hun nieuw verworven geloof. Zij allen zullen dan gered zijn voor het eeuwige leven in en bij God. Allen zullen zij, na hun lichamelijke dood, een plaatsje vinden in een hemel. Wellicht ook in de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom als daadwerkelijke christenen ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering