Schriftuitleg van zondag 18 augustus 2022.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.

Eerste lezing Spreuken 9, 1-6

De wijsheid heeft zich een huis gebouwd; zeven zuilen heeft zij zich gehouwen; haar vee heeft ze geslacht, haar wijn gemengd, haar tafel gereedgemaakt. Nu zendt ze haar dienstmeisjes uit; op de hoogste punten der stad moeten ze roepen: ‘Wie onervaren is, kome hierheen, en wie geen inzicht heeft, laat hem tot bezinning komen. Kom en eet van mijn brood; drink van de wijn die ik gemengd heb. Laat uw onnozelheid varen en u zult leven; bewandel de weg der wijsheid!’.

Tweede lezing Efeziërs 5, 15-20

Broeders en zusters, let dus nauwkeurig op hoe ge u gedraagt: als verstandige mensen, niet als dwazen. Benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn slecht. Daarom, wees verstandig, mar tracht te begrijpen wat de Heer wil. Bedwelm i niet met wijn, wat tot losbandigheid leidt, maar laat u bezielen door de Geest. Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte. Zegt altijd voor alles dank aan God de Vader in de Naam van onze Heer Jezus Christus.

Evangelielezing Johannes 6, 51-58

In die tijd zei zus tot de menigte: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, is Mijn vlees, ten bate van het leven der wereld’. De Joden gerakten daarover met elkaar in twist en zeiden: ‘Hoe kan Hij ons Zijn vlees te eten geven?’. Jezus sprak daarop tot hen: ‘Voorwaar, Ik zeg u, als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want Mijn vlees is ect voedsel en Mijn bloed echte drank. Wie Mijn vlees eet  en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen die gegeten hebben en  niettemin gestorven zijn; wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Brood van eeuwig leven’.  Dit is een geestelijk begrip; want met brood van eeuwig leven wordt het Woord, de Leer van God bedoeld. En alle mensen, die dit Woord van God serieus nemen, hun leven naar deze gezonde Leer en Geboden van God inricht, die zal inderdaad in eeuwigheid nooit verloren gaan, maar eeuwig leven in Gods Rijk. Immers, daartoe zijn wij mensen geboren op deze Aarde, om – uit eigen vrije wil – uit te kunnen groeien tot ware kinderen van God. En dat kan alleen maar door het brood van eeuwig leven te eten; dat wil zeggen het tot ons te nemen, te gaan leven, daarom te gaan doen, als het ware te verteren in de maag van onze ziel, tot dat het deel uitmaakt van onze eigen persoonlijkheid. Kijk; ons leven op Aarde als mens is een proefleven en wij zelf, omdat wij allemaal een absoluut vrije wil hebben, moeten zelf kiezen of wij wel of niet kinderen van God willen worden en daarna in eeuwigheid, zonder einde, Gods kind te zijn. Maar wij kunnen en mogen ook kiezen om de Leer en de Geboden van God volledig te negeren, of zelfs God vijandig te staan en te weigeren tegenover wat God van elk mens wil. En wat wil God van elk mensenkind op Aarde: dat hij een waarachtig kind van God zal worden, door te doen wat God ons heeft geleerd. Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. En alles wat God van ons mensen wil is in slechts één zin samen te voegen: God boven alles liefhebben en de medemensen, de naasten, lief hebben, zoals elk mens zichzelf lief heeft. Nog verder samengevat, komen deze twee Geboden neer op één enkel woord: Liefde! En daarmee wordt geen eigenliefde bedoeld, want dat is geen liefde, maar egoïsme. Lucifer en zijn aanhang kwamen ook tegen God in opstand, met als resultaat dat zij allen gevangen werden genomen in de materie; de materie bestaat geheel en al uit gevangen geesten. Ook ons lichaam is materieel en onze ziel is, meestal, samengesteld uit de zielen van lagere levensvormen, via de wegen van mineralen, planten en dieren. Door Gods genade kan geen mens zijn vorige levens herinneren, daarom weten wij gelukkig ook niet waarmee onze ziel is samengesteld. Want, zouden wij weten waar wij vandaan komen, welke lange voorgeschiedenis elk dan ons heeft, dan zou dat een veel te grote belasting voor ons mensen zijn. Het overgrote deel van ons mensen op Aarde stamt van de gevallen geesten, die met Lucifer, nu Satan, gevallen zijn door hun liefde voor God om te ruilen voor eigenliefde en eigennut. Liefde is echter behoud, daarom heeft God deze voormalige engelen – God schept geen duivels, alleen engelen, maar deze engelen hebben, onder leiding van toen Lucifer, zichzelf omgevormd tot duivels – niet vernietigd, maar alleen in de materie gevangen genomen, om hen, geleidelijk aan, allen te bevrijden voor het eeuwige leven, waarvoor zij in de eerste plaats al geschapen werden. En ja, soms komt er ook een mens op Aarde, die uit de hemel stamt, maar die mensen zijn een kleine minderheid, geboren om te voorkomen dat wij mensen allemaal verloren zouden gaan en opnieuw in opstand zouden komen tegen God. Toen dit zo’n tweeduizend jaar geleden toch dreigde te geschieden, kwam God Zelf op Aarde wonen in de Mens Jezus Christus, om ons van de te groot geworden invloed van Satan te bevrijden. God zag toen al in – God kan oneindig in de toekomst kijken en weet alles reeds ver van tevoren – dat Hij een tweede maal krachtig moest ingrijpen, door terug te keren op Aarde. Wij mensen zijn nu zover van God afgedwaald, dat God in Jezus Christus heden Zijn wederkomst aan het voorbereiden is. En wij kunnen dat, als wij in leven blijven, nog allemaal meemaken, want dat duurt nog slechts enkele jaren. Want Satan, hoewel verslagen op het kruis van Jezus Christus, is weer sterk geworden in onze wereld en wij leven nu wederom in een duivelse tijd, die ons allen van God af zou brengen, indien God niet Zelf in greep. De meeste mensen hebben nog steeds niet geleerd dat zelfzucht, hoogmoed en verachting van andere mensen naar de hel leidt en nimmer naar een hemel, laat staan naar het kindschap van God. En echt, het aardse leven duurt hooguit ongeveer een eeuw, het eeuwige leven in het hiernamaals heeft geen einde. En toch willen de meeste mensen genieten van het aardse leven in hoogmoed en egoïsme, maar niet begrijpen dat zij juist daardoor, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk sterven. Want, omdat God Liefde is en Gods Liefde ook Zijn Leven is, is ook voor al Zijn schepselen liefde en leven precies het zelfde. En in de hel is geen liefde te vinden. Zelfs Salomo, die de auteur is van het boek Spreuken, begreep dit niet. God had Salomo een wijsheid gegeven, groter dan aan welk mens dan ook in elke tijd, maar zijn oorspronkelijke liefde voor God ruilde hij, dwaas genoeg, in voor het genot, welke hij met vrouwen had en verloor op oudere leeftijd alle geloof in de ene ware en levende God, waardoor hij afgoden ging aanbidden. Maar in de tekst uit Spreuken, die wij vandaag lezen, sprak hij nog wel de geestelijke waarheid. De zeven zuilen, die de wijsheid had gehouwen, zijn de zeven eigenschappen van God, die in God harmonieus samenwerken, maar in de mensen meestal niet. Deze eigenschappen zijn: liefde, wijsheid, wil, orde, ernst, geduld en barmhartigheid. Door deze eigenschappen volgens Gods orde te vervolmaken in hun werking, kan elk mens een kind van God worden en zijn. Ik heb hier eerder over geschreven, maar nu is de tijd tekort om verder over uit te wijden. Voor geestelijke volmaaktheid moet echter van de tafel van de wijsheid gegeten worden, want wat de wijsheid klaargezet heeft is de Leer en Geboden van God, uitgestald als een heerlijke maaltijd. Let er dus op hoe u zich gedraagt, als verstandige mensen en niet als dwazen. Dwazen keren zich tegen God en zien het lichamelijke leven voor alles aan. Verstandige mensen geloven in God in Jezus Christus en doen Zijn Leer en Geboden in hun dagelijkse leven; zorgen ervoor dat dit deel is van hun leven op Aarde. Zij laten zich, met andere woorden, leiden door de Geest van God, wat Gods Wil is. God Zelf is Mens geworden in de Mens Jezus Christus. Het was en is dus geheel terecht dat Jezus Christus Zichzelf het brood noemde dat uit de hemel is neergedaald. Want in Hem is ook de Leer en de Geboden van God begrijpelijker op Aarde gekomen en werd hier, met Goddelijk geduld, aan ons mensen geleerd. Dit brood is natuurlijk geestelijk brood. Maar, in de eucharistie, die niet meer in alle christelijk noemende Kerken wordt gevierd, kunnen wij nog dagelijks het Lichaam van Jezus Christus eten  in de vorm van een stukje brood. Het echte eten van Zijn Lichaam is het tot zich nemen van de Leer en Geboden van God in Jezus Christus, zodanig dat dit een deel van de eigen persoonlijkheid wordt en is. Het drinken van Zijn Bloed is vervolgens het doen hiervan, opdat de mens, die dit doet, op Jezus Christus gaat lijken in alles in zijn leven. Zulke mensen blijven in God en God in hen. Het kan gewoon niet anders dan dat zulke mensen ook ware kinderen van God worden en voor eeuwig, zonder einde, ook zijn. Voor wie nog niet zover gekomen is, maar wel zijn best doet om God te gehoorzamen door zijn eigen daden van liefde, wacht toch, na dit aardse leven, een hemel. En wellicht kan hij ook doorgroeien naar het ware kindschap van God en een bewoner worden van de woning van ons aller Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.