Religie

Schriftuitleg van zondag 15 september 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Jesaja 50, 5-9a

God de Heer heeft tot mij gesproken, en ik heb mij niet verzet; ik ben niet teruggedeinsd. Mijn rug bood ik aan wie mij sloegen, mijn wangen aan wie mij de baard uitrukten, en mijn gezicht heb ik niet afgewend van wie mij smaadden en mij bespuwden. God, de Heer, zal mij helpen; daar­om zal ik niet beschaamd staan. Hij die mij vrij zal spre­ken, is nabij. Wie is mijn tegenstander? Laten we samen voor de rechter treden! Wie is mijn tegenpartij? Laat hij tegenover mij komen staan! God, de Heer, zal mij helpen; wie zal mij schuldig verklaren?


Tweede lezing Jacobus 2, 14-18

Broeders en zusters, wat baat het een mens te beweren dat hij geloof heeft als hij geen daden kan laten zien? Kan zo’n geloof hem soms redden? Stel dat een broeder of zuster geen kleren heeft en niets om te eten, en iemand van u zou zeggen: ‘Geluk ermee! Hou u warm en eet maar goed’ en hij zou niets doen om in hun stoffelijke nood te voorzien - wat heeft dat voor zin? Zo is ook het geloof, op zichzelf ge­nomen, zonder zich in daden te uiten dood. Misschien zal iemand zeggen: ‘Gij hebt de daad en ik heb het geloof’. Dan antwoord ik ‘Bewijs me eerst dat ge geloof hebt als ge geen daden kunt tonen; dan zal ik u uit mijn daden mijn geloof bewijzen’.


Evangelielezing Marcus 8, 27-35

In die tijd trok Jezus met zijn leerlingen naar de dorpen rond Caesarea van Filippus. Onderweg stelde Hij aan zijn leerlingen de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’.  Zij antwoordden Hem: ‘Johannes de doper; anderen zeg­gen Elia en weer anderen zeggen dat gij een van de profe­ten zijt’. Daarop stelde Hij hun de vraag: ‘Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?’. Petrus antwoordde: ‘Gij zijt de Christus’. Maar Hij verbood hun nadrukkelijk iemand hierover te spreken. Daarop begon Hij hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten, de hoge­priesters en de schriftgeleerden verworpen moest worden, maar dat Hij, na ter dood te zijn gebracht, drie dagen later zou verrijzen. Hij sprak deze woorden zonder terughoudendheid. Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden. Maar zich omkerend keek Hij naar zijn leerlingen en voegde Petrus op strenge toon toe: ‘Ga weg, satan, terug! want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil’. Nadat Hij behalve zijn leerlingen ook het volk bij zich had laten komen, sprak Hij tot hen: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het redden’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Geloven is afzien’. Geloven in God is het afzien van het eigen egoïsme, de eigen zelfzucht. Want wie echt in God gelooft, die wil ook Gods Wil doen, omdat het ondergeschikt maken van de eigen vrije wil van een mens aan Gods Wil de enige garantie geeft voor een eeuwig en gelukkig, zalig leven. Immers, God, die nooit een begin heeft gehad en nooit een einde zal kennen, is de Enige Die het Leven uit Zichzelf heeft. Alles wat er verder bestaat in de gehele oneindigheid, is door God geschapen en heeft zijn leven aan God te danken. Waar zijn staat moet u ook haar lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. En Gods Wil voor ons mensen is dat wij, na onze lichamelijke dood, in het hiernamaals voor eeuwig en zonder einde leven in Zijn hemelen, in alle zaligheid en in alle  geluk voelend leven. Maar, niet voor niets heeft God ons mensen daartoe een absoluut vrije wil gegeven. Wij stammen, in ieder geval wat betreft ons lichaam, af van Satan en alle met hem gevallen engelen. Die werden, in zeer oude tijden, nadat zij in opstand tegen God waren gekomen, gevangen genomen in de materie. God heeft in Zijn onbegrensde Liefde en Barmhartigheid besloten om hen weer vrij te maken, door hen via de wegen van mineralen, planten en dieren tot mens te verheffen, met een eigen vrije wil. Daarmee kunnen wij mensen, in absolute vrijheid, kiezen om ofwel naar God toe te groeien en Zijn kind te worden, ofwel wederom ons leven zozeer te verknoeien, dat wij geestelijk sterven. In het laatste geval wacht ons mensen ofwel het Vagevuur, of als een mens daarvoor te slecht is, de hel. Bedenk echter wel; op Aarde leven wij mensen een aantal decennia, of hooguit ongeveer een eeuw. In het hiernamaals begint voor ieder van ons het eeuwige leven zonder einde. Tenzij wij natuurlijk geestelijke zelfmoord hebben gepleegd, door God te verlaten en Satan aan te gaan hangen. Een mens kan dan wel aardse rijkdom en macht verzamelen, maar bij de lichamelijk dood verliest hij alles en komt ongelooflijk arm aan in het hiernamaals. Want het enige ‘geld’ in het hiernamaals is de liefde voor God en voor onze medemensen, onze naasten. In het aardse proefleven dienen wij mensen ons daarin te oefenen. Doen wij dit niet en leven wij een zelfzuchtig en hoogmoedig leven, hard tegenover de zwakkere mensen, dan solliciteren wij naar een plekje in de hel, waar geen spoor van liefde te vinden is, maar dit is ook niet te vinden in mensen, die zo’n zelfzuchtig leven op Aarde leefden. Als wij in tegendeel naar God onze Vader, en de hemel willen, dan is een leven van deemoed en zachtmoedigheid de weg daar naar toe. En dat is de Weg van liefde voor God en de medemensen, de naasten! Maar wat denkt u, is belangrijker: een kort leven op Aarde in alle weelde en zelfzucht, of een oneindig leven in het hiernamaals in gelukzaligheid en in alles wat een mensenhart zich maar kan wensen? Maar om dat te bereiken zal ieder mens, die als kind van God altijd in gelukzaligheid wil leven, hier op Aarde moeten afzien van alle zelfzucht, maar de liefde moeten praktiseren in alle deemoed en zachtmoedigheid. En elk mens op Aarde wordt door God op de proef gesteld of hij wel, onder alle soms moeilijke omstandigheden,  wel standvastig in zijn liefde voor God en de naasten zal blijven. Denk daarbij niet dat ook maar één mens – behalve die reeds hier op Aarde in de geest zijn wedergeboren, een zeldzaamheid – geheel zonder zonde is. Zonde is handelen tegen de Wil van God in. Omdat wij van gevallen geesten stammen, is elk mens daar zeer goed in. Alleen ongeboren kinderen en heel kleine kinderen zijn zondevrij, omdat zij nog niet het bewustzijn hebben om te kunnen zondigen. Maar met name ongeboren kinderen worden massaal vermoord in de schoot van hun eigen moeder. De zogenaamde abortus provocatus. En dat is een zeer zware zonde, die God specifiek heeft benoemd in de Tien Geboden, die aan Mozes werden gegeven: Gij zult niet doden! Als dat al geldt voor zondige mensen, dan is het helemaal verboden – en een zeer zware zonde – om geheel onschuldige mensen, zoals kleine kinderen en ongeboren kinderen te vermoorden, om welke zelfzuchtige reden dan ook.  Tegenwoordig is zedeloos gedrag de norm, als daar een kind van komt, dan is de ‘oplossing’ dat kind dan maar te vermoorden. En zo wordt zonde op zonde gestapeld. Onze Heer en God is in Jezus Christus op onze Aarde komen wonen. En wij mensen hebben Hem – onze Heer en God – onder zware martelingen vermoord. Dat was reeds door de profeet Jesaja voorspeld. Want wat Jesaja schreef over de marteling, was een profetie dat Jezus Christus, die God is, van ons mensen moest lijden. En niet alleen toen, toen God in Jezus Christus Satan versloeg op het kruis, toen Hij de grootste deemoed en zachtmoedigheid stelde tegenover de onbegrensde hoogmoed van Satan, maar ook in onze tijd zwaait Satan de scepter over ons mensen, waardoor onze Aarde nu meer op de hel gelijkt dan op de hemel. Daarom komt God in Jezus Christus ook, waarschijnlijk binnen tien jaar, terug op Aarde. Deze keer als God en Rechter om ons mensen te oordelen en om een eind te maken aan de heerschappij van Satan en zijn menselijke trawanten. Die worden, voor zover die mensen zich niet bekeren tot God, allen in de hel geworpen en zal de Aarde een aards paradijs worden. Wie dus niet voor aardse eeuwen verloren wil gaan in de hel, zal zich tot God moeten wenden. Daarvoor krijgen wij mensen de gelegenheid, ook doordat God in Zijn Genade, alle mensen, die dit kunnen begrijpen, een Waarschuwing geeft hoe hij er in Gods ogen voorstaat. Miljarden zullen zich bekeren en, wie volhardt in zijn bekering, zal gered zijn. Mensen die weigeren zich te bekeren zullen, met Satan, de hel in gaan.  Bedenk daarbij goed wat de apostel Jacobus ons mensen geleerd heeft. Geloof vraagt om daden van geloof; niet alleen liefde voor God, of geveinsde liefde voor God, maar daden van naastenliefde. Hij gaf het voorbeeld van iemand, die geen kleding had, wat in ons deel van de wereld niet meer voorkomt. Maar wat wel voor komt dat iemand geen passende kleding heeft, zoals geen winterjas in een koude winter. Welnu, een winterjas geven is hetzelfde als een naakte medemens kleden, want ook dat voorziet in een noodzakelijke behoefde. Daden zijn, voor een mens die in materiële of geestelijke armoede leeft belangrijker dan woorden. Toen God in Jezus Christus nog op Aarde leefde, vroeg Hij aan Zijn leerlingen Wie Hij was voor hen. Petrus gaf het juiste antwoord: de Christus, ofwel de Messias. En, volgens het Oude Testament was en is dat God Zelf! Jezus Christus wist dat de wereldse mensen Hem zouden gevangen nemen en op een vreselijke wijze zouden vermoorden, maar ook dat Hij de derde dag uit de doden zou verrijzen. Hij wist ook dat Zijn volgelingen, door alle eeuwen heen, vervolgt zouden worden door mensen, die liever Satan aanbidden dan God. Daarom waarschuwde Hij al Zijn volgelingen in alle tijden met de woorden: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het redden’. Anders gezegd: alle mensen die bezwijken voor de eisen van de wereld, de wereldse mensen zonder God, die zal het eeuwige leven verliezen, maar wie door deze wereldse mensen onderdrukt of zelfs worden vermoord, zullen gered zijn voor het eeuwige leven in en bij God in Jezus Christus. Wie dus de Leer en  Geboden van God in Jezus Christus trouw blijft doen, in alle omstandigheden, die zijn het die, na hun lichamelijke dood, een hemel zullen binnengaan. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf  heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal mogen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering