Religie

Schriftuitleg van zondag 25 augustus 2024.

Inleiding:

Elke zondag zal ik proberen de schriftlezingen uit de Rooms Katholieke Kerk van die dag uit te leggen op de wijze waarop ik ze begrepen heb. Dit is niet bedoeld als preek, of zoals het tegenwoordig genoemd wordt een homilie, maar enkel als uitleg. Van geen enkele Kerk heb ik toestemming gekregen om te preken, daarom mag mijn Schriftuitlegging ook geen preek genoemd worden. Maar toch meen ik de vrijheid te hebben om mijn begrijpen van de schrifttekst wereldkundig te maken. Natuurlijk hoeft u het niet eens te zijn met mijn uitleg. Elk mens is uniek. Zoals het licht de verschillende vormen ook verschillend terugkaatst, zo begrijpt elk mens de Schrift op een andere wijze, heeft een ander bevattingsvermogen. U begrijpt de Schrift misschien wel beter, of minder goed dan ik. Wat ik opschrijf is mijn eigen begrijpen. U mag er uw voordeel mee doen, of u eraan ergeren (liever niet, is slecht voor uw hart), of een totaal verschillende mening hebben. Begrijp mijn schrijven zoals het u behaagt.

Schriftteksten:.


Eerste lezing Jozua 24, 1-2a.15-17.18b

In die dagen riep Jozua alle stammen van Israël in Sichem bijeen, met de oudsten van Israël, de familiehoofden, de rechters en de schrijvers. Toen zij voor God stonden, richtte Jozua zich tot het volk, en sprak: ‘Zo spreekt de Heer, God van Israël: Als gij de Heer niet wilt dienen, kies dan nu wie gij wel dienen wilt: de goden die uw voorouders aan de overkant van de rivier hebben vereerd of de goden van de Ammonieten, in wier land gij woont. Ik en mijn familie, wij dienen de Heer’. Het volk antwoordde: ‘Wij denken er niet aan de Heer te verlaten en andere goden te vereren. De Heer, onze God, heeft ons en onze vaderen uit Egypte ge­leid, uit het land van de slavernij. Hij heeft voor onze ogen grote tekenen verricht, en ons beschermd op al onze toch­ten en tegen alle volken waarmee wij in aanraking kwa­men. Ook wij willen de Heer dienen; Hij is onze God’.


Tweede lezing Efeziërs 5,21-32

Broeders en zusters, weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus. Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw zoals Christus het hoofd is van de kerk. Hij is ook de verlosser van zijn lichaam; maar zoals de kerk onderdanig is aan Christus zo moet ook de vrouw haar man in alles onderda­nig zijn. Mannen, hebt uw vrouw lief zoals Christus de kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen, haar reinigend door het waterbad met het woord. Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heer­lijke bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet. Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw be­mint, bemint zichzelf. Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; integendeel, hij voedt en koestert het. En zo doet Christus met de kerk omdat wij ledematen zijn van zijn li­chaam. ‘Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw en die twee zullen één vlees zijn’. Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk.


Evangelielezing Johannes 6, 60-69

In die tijd zeiden velen van Jezus’ leerlingen: ‘Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?’. Maar Jezus die uit zichzelf wist dat zijn leer­lingen daarover morden, vroeg hun: ‘Neemt gij daar aan­stoot aan? Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was...? Het is de Geest die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gespro­ken heb zijn geest en leven. Maar er zijn er onder u die geen geloof hebben’. - Jezus wist inderdaad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zou­den overleveren. - Hij voegde eraan toe: ‘Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is’. Ten gevolge hiervan trokken ve­len van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezel­schap. Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: ‘Wilt ook gij soms weggaan?’. Simon Petrus antwoordde Hem: ‘Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de heilige Gods zijt’.

Uitleg:

Het thema van deze zondag is: ‘Naar wie zouden wij anders gaan?’. Naar wie zouden wij anders gaan dan naar U onze Heer en God Jezus Christus? U heeft als enige God immers alles geschapen, wat er buiten U om bestaat? U, onze God, heeft ook ons mensen geschapen naar uw beeld en gelijkenis. Daarom is de Bron van ons bestaan, evenals bij Uzelf, de liefde. Immers, U bent de Liefde Zelf en uw Liefde is ook Uw Leven! En dat maakt dat, wij mensen van deze Aarde, ook de kinderen van God kunnen worden. Alleen echter door onze eigen absoluut vrije wil. God wil weliswaar van ons mensen Zijn kinderen maken, maar niemand dwingen om Zijn kind ook daadwerkelijk te worden en daarna te zijn. Nee, daarvoor moet ieder mens zelf kiezen! God heeft ons daarvoor op deze Aarde gezet in een materieel leven. In dit leven dienen wij mensen de proef af te leggen of wij geschikt zijn voor de hoogste hemel, waar God in Jezus Christus woont met al Zijn ware kinderen. Niemand kan in die hemel komen zonder gedoopt te zijn. Niet zozeer de doop met water, maar de doop van de geest. Kijk, de doop met water geeft, bij een volwassen mens, aan dat hij graag bij de familie van God wil behoren en bij een pasgeborene dat de ouders beloven dit kind een zodanige opvoeding te geven, dat hij, als volwassene, er alles aan zal doen om een echt kind van God te worden en te zijn. Waar hij staat moet u ook zij lezen, lees dit naar uw eigen geslacht. Deze doop is dus een voorafkondiging van de wil om een kind van God te worden en te zijn. De praktijk van het leven moet echter uitwijzen of een mens werkelijk zelf graag een kind van God wil zijn. En deze praktijk bestaat uit daden van liefde. Niet van eigenliefde, zelfzucht, maar van liefde voor de naasten en voor God. Voor God moet de liefde boven alles en iedereen zijn, tot uitdrukking komend door de daden van liefde voor de medemensen, de naasten. Want God in Jezus Christus heeft ons mensen, om Zijn kinderen te worden, eigenlijk maar één Gebod gegeven, die tevens Zijn gehele Leer inhoudt: Liefde! Maar, voor de duidelijkheid voor ons mensen, heeft God ons twee kenmerken van dezelfde liefde gegeven: Liefde voor God boven alles en liefde voor de naasten, de medemensen, zoveel als ieder van ons voor zichzelf heeft. Nog duidelijker heeft God al eerder de specificatie van de liefde aan Mozes gegeven, namelijk in de Tien Geboden. En, bescheiden als dat God is, slechts de eerste drie Geboden voor de liefde voor Hem gegeven en de andere zeven Geboden voor de omgang met andere mensen. De Tien Geboden luiden: Als kop van deze Geboden de tekst: Ik, ben de Heer, uw God. En dan het eerste Gebod: Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen. Tweede Gebod: Gij zult de Naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken. Derde Gebod: Wees indachtig, dat gij de dag des Heren heiligt. Dan komen de zeven Geboden in behandeling van onze naasten, onze medemensen. Vierde Gebod: Eer uw vader en uw moeder. Vijfde Gebod: Gij zult niet doden. Zesde Gebod: Gij zult geen onkuisheid doen. Zevende Gebod: Gij zult niet stelen. Achtste Gebod: Gij zult tegen uw naaste niet vals getuigen. Negende Gebod: Gij zult geen onkuisheid begeren. Tiende Gebod: Gij zult niet onrechtvaardig begeren, wat uw naaste toebehoort. Dat wij mensen nu niet langer leven in een wereld, waarbij God geëerd wordt, is heel duidelijk. Overtreding van alle Tien Geboden, gebaseerd op de liefde, is in onze wereld dagelijkse praktijk geworden, die openlijk worden bedreven, zonder ook maar een spoor van schaamte. Kijk bijvoorbeeld naar de openingsceremonie en slotceremonie van de Olympische spelen in Parijs. Puur een verkettering van God en een satanisch eerbetoon aan de koning van de hel. Daarmee worden de eerste drie Geboden al zwaar overtreden, en is een bewuste lastering van Gods Geboden van liefde. Gebeden wordt er gewoonlijk ook niet of nauwelijks. Hoe wij onze ouders eren, bewijst de euthanasiepraktijk, waarbij oude en zieke mensen, soms tegen hun wil in en vastgehouden door hun eigen kinderen, een dodelijke injectie krijgen. Samen met de abortus provocatus praktijk, waarbij ongeboren en onschuldige kinderen, massaal worden vermoord, is dat het negeren van het vijfde Gebod. Onkuisheid doen en begeren is dagelijkse en openlijke praktijk geworden, met de meest wrede en onzinnige seksuele praktijken, waarbij seks voor het huwelijk, overspel en  homeseksualiteit nog de minst erge soorten is, het bij verzinnen van geslachten en het verminken van mensen, beginnend met kinderen,  is nog erger. Stelen en begeren wat van een ander mens is, is tegenwoordig beleid van rijke mensen en, de door hen, aangestelde ‘regeringen’. En wie de waarheid durft te vertellen, is onderwerp van de beschuldiging van desinformatie en leugen, wat meestal valse beschuldigingen zijn. Kortom, wij leven in een tijd, die niet God vereert, maar Satan, die elke zonde graag ziet gebeuren; weer een kandidaat om in de hel te komen. Jozua stelde zijn volk voor de keuze; of God dienen of de afgoden van de heidense wereld. En het volk wilde God dienen. Maar, zou deze vraag heden gesteld worden, dan zou de overgrote meerderheid van de mensen hun eigen afgoden willen blijven dienen. En die afgoden zijn niet langer in beelden van materie zichtbaar, maar wel in ons eigen goddeloos handelen, die de Geboden van God, die allen liefdevol zijn, volledig negeren vanwege onze eigen hebzucht, zedeloosheid en eigenwaan, die ons mensen loskoppelt van God. Wij hebben geen enkel spoor van liefde of barmhartigheid voor onze medemensen; maar willen, als wij na overlijden de hel zien, wel barmhartigheid van God. En dan is elk mens gewoon te laat! Paulus waarschuwde de Efeziërs om elkaar onderdanig te zijn uit ontzag voor God in Jezus Christus. Niet onderdanig te zijn op het pad van zonde, maar op het pad van de liefde en de deugd. Man en vrouw zijn, in Gods ogen, gelijkwaardig, maar hebben ieder een andere taak op Aarde. Daarbij heeft God – niet mensen – ingesteld dat de man het hoofd is in het gezin. Daarom zal de vrouw haar man moeten gehoorzamen, maar natuurlijk alleen als de man de wil van God als zijn leidraad neemt. En dat is altijd de liefde! Dat mensen liever hun eigen wegen gaan – vaak genoeg dezelfde wegen die Satan gaat – is van alle tijden. Jezus Christus had, bij een wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging duizenden mensen te eten gegeven. Daarom gingen zij Hem achterna, om meer gratis eten te krijgen, zonder ervoor te hoeven werken. De Leer van God in Jezus Christus, was bij hen het ene oor in en het andere oor uit gegaan. Voor de materie waren zij Hem achterna gereisd, niet voor de geestelijke boodschap. En voor de materie vingen zij bij Jezus Christus bot, kregen het daarom niet. Dus morden zij en verlieten Degene, die hen eeuwig leven kon geven, als zij wilden luisteren en doen wast Hij hen leerde. Maar, net als de huidige mensheid, de materie ging hen boven alles en de liefde bij hen veel verschraald tot uitsluitend eigenliefde, zelfzucht. En, omdat de apostelen Hem ook niet goed hadden begrepen, vroeg Hij hen of zij Hem soms ook wilde verlaten. Petrus was wakker en hij antwoordde hierop: ‘Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de heilige Gods zijt’. Wat het juiste antwoord was en is. Want niet het lichamelijke leven is het leven, maar het geestelijk leven in en bij God. Dat is leven volgens Gods Leer en Geboden, in daden van geloof en liefde. Wie dat doet zal, na het lichamelijke leven, een hemel op zich zien wachten. Wellicht ook de woning van onze Vader, God in Jezus Christus, het hemelse Jeruzalem. Laten wij daarom vanaf heden leven als daadwerkelijke christenen en ervoor bidden dat wij elkaar daar allemaal zullen aantreffen.

Amen.

Cor Huizer.









© Cor Huizer 2024
Ontwerp en hosting Maartens automatisering